Als de Staat aandelen onteigent, kunnen aandeelhouders dermate zwaar getroffen worden dat een box 3-heffing over het vermogen per 1 januari in ernstige gevallen achterwege zou moeten blijven. Dat concludeert advocaat-generaal René Niessen in zijn advies aan de Hoge Raad. Die moet nog uitspraak doen in een zaak waarbij een gepensioneerde belegger tonnen verloor door de nationalisatie van SNS Reaal.
“De box 3-heffing over verloren vermogen door de onteigening van aandelen door de Staat kan onder omstandigheden een individuele en buitensporige last zijn en daarmee onredelijk. Dit kan tot gevolg hebben dat de heffing in zijn geheel niet moet plaatsvinden”, aldus Niessen in zijn conclusie.
Alles in SNS Reaal gestoken
De man wiens rechtszaak nu bij de Hoge Raad ligt, had op 1 januari 2013 een vermogen van bijna € 282.000. Een groot deel daarvan bestond uit aandelen. Op 31 januari 2013 besloot hij € 290.955 – bijna zijn volledige vermogen – te investeren in aandelen SNS Reaal. Een dag later zag de man zijn totale inleg verdampen doordat de Nederlandse staat besloot SNS Reaal te nationaliseren. De aandelen waren daarmee in een klap niets meer waard.
In de aangifte inkomstenbelasting over 2013 is de man vervolgens uitgegaan van een waarde van € 0 per 1 januari. Niet correct, zo oordeelde de Belastingdienst, die vervolgens alsnog een box 3-heffing oplegde. Dat stelde de man voor problemen, want hij had een AOW-uitkering en een klein aanvullend pensioen. Het meerekenen van zijn vermogen op 1 januari betekende geen recht op huurtoeslag.
Individuele en buitensporige last
De onfortuinlijke belegger stapte naar de rechter en kreeg gelijk van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De staatssecretaris van Financiën ging vervolgens in cassatie bij de Hoge Raad. Volgens advocaat-generaal René Niessen heeft het individuele belang in deze zaak te weinig gewicht gekregen tegenover het algemeen belang. “De vermogensrendementsheffing is voor de man daarom een individuele en buitensporige last. Dit kan anders zijn afhankelijk van de hoogte van de door de Staat uit te betalen schadevergoeding. Daarover loopt in deze zaak nog een civiele procedure.” Niessen adviseert de zaak naar een ander gerechtshof te verwijzen, zodat dat kan worden uitgezocht. Daarna moet opnieuw worden beoordeeld of sprake is van een individuele en buitensporige last.