Nederlandse bedrijven krijgen het zwaar voor de kiezen als het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie verlaat zonder handelsafspraken met de EU te hebben gemaakt. De kosten voor in- en uitvoer zullen jaarlijks in ieder geval met €387 tot €627 miljoen toenemen. Dit is exclusief nog niet te berekenen douanerechten, btw-uitgaven en nog onbekende sectorspecifieke markttoegangseisen. Dit blijkt uit onderzoek van KPMG in opdracht van het kabinet.
Het moment van Brexit, 29 maart 2019, komt snel naderbij. Op dit moment is de invulling van de toekomstige handelsrelatie tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk (VK) nog onduidelijk. Naarmate deze onduidelijkheid langer duurt, blijft voor bedrijven en voor toezichthouders minder tijd over om zich goed voor te bereiden op de nieuwe situatie.
Douane
Het Verenigd Koninkrijk maakt nu nog deel uit van de gemeenschappelijke markt van de EU, maar valt daar na een Brexit buiten. Import en export moeten daardoor weer langs de douane. De administratie die dat met zich meebrengt als Brussel en Londen voor hun scheiding geen handelsakkoord sluiten, kost Nederlandse bedrijven jaarlijks alleen al 387 tot 627 miljoen euro, berekende KPMG. Daarbovenop komen mogelijk nog in- en uitvoerrechten, BTW-uitgaven en de kosten die bedrijven moeten maken om te voldoen aan de eisen die het Verenigd Koninkrijk aan Europese producten en de EU aan Britse producten zal stellen. De gevolgen van een ‘harde’ Brexit verschillen per sector, maar sommige sectoren die KPMG heeft onderzocht worden flink geraakt. Vleesbedrijven moeten door administratieve lasten en markttoegangseisen vrezen voor een jaarlijkse strop van ongeveer €10 tot €28 miljoen. Voor de snijbloemensector is dat €4,4 tot €7,3 miljoen. Ferryterminals, goed voor een groot deel van de goederenstroom van bij elkaar €62 miljard in 2016, zijn er niet op berekend als buitengrens te fungeren. De kosten van extra wachttijden lopen snel op, vooral bij bederfelijke goederen. Een wachtdag voor snijbloemen kan €360.000 kosten.
Niet voorbereid
KPMG waarschuwt dat bedrijven niet klaar zijn om een harde Brexit op te vangen en daar ook nog (te) weinig mee bezig zijn. Dat valt ze nauwelijsk te verwijten, nu de onderhandelingen tussen Brussel en Londen nog in volle gang zijn. Bedrijven waar de onderzoekers in het kader van het onderzoek mee hebben gesproken geven aan dat de huidige onduidelijkheid maakt dat ze zich nog slechts beperkt hebben voorbereid op Brexit. Dit signaal krijgt KPMG niet alleen vanuit de bedrijven die de onderzoekers in het kader van dit onderzoek hebben gesproken, maar ook van veel klanten. ‘Ondanks deze onzekerheid is het van belang dat ondernemers tijdig onderzoeken wat de potentiële impact van Brexit is voor hun organisatie.’
Sectorspecifiek
Bij specifieke eisen per sector valt te denken aan verkrijgen van en controle op fytosanitaire en veterinaire certificaten, verplichtingen vanuit CE-markering of vanuit REACH-regelgeving. Hierbij bestaat het risico dat na Brexit eisen en standaarden tussen EU en VK uit elkaar gaan lopen. Hoe dit exact uitpakt is nog onbekend. In het onderzoek zijn de mogelijke gevolgen in kaart gebracht, maar zijn van de kosten hiervan nog niet gekwantificeerd. Zo verwacht het bedrijfsleven dat Brexit zorgt voor het opnieuw moeten inrichten van supply chains. De verwachting is dat de eenmalige kosten hiervoor een veelvoud bedragen van de in het onderzoek geraamde kosten.
Wachttijden
De douane en de toezichthouders zoals de NVWA zijn al evenmin berekend op het vele extra werk dat hen zou wachten. En wachttijden die daardoor ontstaan, jagen bedrijven dan weer op kosten. De overheid zou er goed aan doen bedrijven beter te informeren, zelf vast wat afspraken met de Britten te maken en bijvoorbeeld alvast extra douaniers en inspecteurs te werven, vinden de onderzoekers
Bron: Accountancy Vanmorgen