Nederlanders hebben ook in 2013 al te veel belasting betaald over spaargeld en beleggingen. Dit stelt het Amsterdamse gerechtshof in hoger beroep in een rechtszaak van een individuele belastingplichtige tegen de vermogensrendementsheffing die hij over 2013 kreeg opgelegd. Het arrest van het hof is woensdag gepubliceerd.
Vermogen leverde al een aantal jaren niet meer het veronderstelde rendement van 4% op, waarop de gewraakte vermogensrendementsheffing is gebaseerd. Met de belasting van 30% over dit forfaitaire rendement is het eigendomsrecht geschonden. vindt het Hof.
Proefprocedure
Het is de tweede keer in korte tijd dat het Amsterdamse hof vaststelt dat de vermogensrendementsheffing in box 3 van de inkomstenbelasting niet redelijk is. Vorige week kwamen de raadsheren tot dezelfde conclusie in een proefprocedure van de Bond voor Belastingbetalers. De Bond gaat voor in een massabezwaar tegen de omstreden heffing. Het hof constateert opnieuw dat bij de rendementsheffing niet langer sprake is van een redelijke en proportionele verhouding tussen het belang van de staat om belastingopbrengsten te generen en het belang van de burger om daar niet meer aan te hoeven bijdragen dan een eerlijk deel.
Geen consequenties
Net als vorige week verbindt het hof geen consequenties aan zijn oordeel. Het zegt niet toe te komen aan de vraag of zijn oordeel gevolgen moet hebben voor de heffing. De wetgever moet voldoende tijd krijgen een eind te maken aan de schending van het eigendomsrecht, aldus het arrest. Het hof geeft geen antwoord op de vraag of wijzigingen in de heffing per 1 januari 2017 hiervoor afdoende zijn. Het hof heeft wel getoetst of de heffing in dit individuele geval leidt tot een individuele en excessieve last. Volgens het arrest is er echter geen sprake van zo’n last en blijft de aanslag in stand. De fiscus legde in deze zaak de belasting van 30% op over een fictief inkomen van €5447 uit vermogen.