Het ministerie van Financiën heeft de omzetting van de kleineondernemingsregeling (KOR) in een facultatieve omzetgerelateerde vrijstellingsregeling van omzetbelasting (Wet omzetgerelateerde vrijstelling voor ondernemers van omzetbelasting) ter consultatie voorgelegd. De regeling voor kleine ondernemers treedt op 1 januari 2020 in werking.
Er wordt volgens het ministerie een vereenvoudigde vrijstellingsregeling voor kleine ondernemers gecreëerd waarmee, ongeacht de rechtsvorm, de administratieve lasten worden verlicht: de facultatieve omzetgerelateerde vrijstellingsregeling van omzetbelasting (hierna: OVOB).
Rechtsvormneutraal
De nieuwe regeling verschilt op een aantal punten met de huidige regeling. Allereerst wordt de nieuwe regeling uitgebreid naar andere dan natuurlijke personen. Dit betekent dat de nieuwe regeling rechtsvormneutraal wordt en ook kan worden toegepast door rechtspersonen, zoals BV’s, verenigingen en stichtingen. Daarnaast wordt voor de toepassing van de nieuwe regeling gekeken naar de omzet van de ondernemer per kalenderjaar en niet meer naar de per saldo verschuldigde btw. Hierdoor speelt de hoogte van de btw op door de ondernemer aangekochte goederen en diensten of het toe te passen btw-tarief bij de nieuwe regeling geen rol meer. Verder wijzigt de positie van de ondernemer door toepassing van de nieuwe regeling ten opzichte van de oude regeling van een btw-belaste positie met een belastingvermindering in een btw-vrijgestelde positie. De financiële gevolgen voor ondernemers hangen sterk af van de verhouding tussen de gegenereerde omzet, de arbeidsintensiteit van de prestaties (toegevoegde waarde) en het toe te passen btw-tarief.
Omzetgrens
Deze regeling wordt uitgewerkt in een nieuw artikel 25. De omzetgrens is in deze consultatie nog niet bekend gemaakt, maar moet eerst ter goedkeuring worden voorgelegd aan Europese Commissie. Momenteel is de gemiddelde omzetgrens in de EU € 26.000. De limiet zal periodiek worden beoordeeld en eventueel herijkt. Ondernemers die verwachten in 2020 de (nog vast te stellen) omzetgrens, exclusief btw, niet te overschrijden kunnen de vrijstellingsregeling vanaf 1 januari 2020 toepassen. Door een facultatieve omzetgerelateerde vrijstellingsregeling in te voeren kunnen ondernemers zelf bepalen of zij gebruik willen maken van de regeling. De kern van de OVOB is dat een ondernemer, die onder de omzetgrens blijft en ervoor kiest om de OVOB toe te passen, geen btw in rekening brengt aan zijn afnemers. De btw die andere ondernemers hem in rekening brengen kan hij dan niet in aftrek brengen.
Zonder aangifte
Ondernemers die voor de OVOB kiezen, zijn als hoofdregel ontheven van het doen van btw-aangifte en de daarbij horende administratieve verplichtingen met betrekking tot de door hen verrichte goederenleveringen en diensten in Nederland. Dit geldt ook voor intracommunautaire leveringen die deze ondernemer verricht, waarbij de plaats van levering in Nederland ligt.
Keuze melden
De ondernemer moet de keuze op de voorgeschreven wijze melden aan de inspecteur en kan dat doen vanaf 1 juni 2019. Om 1 januari 2020 de vrijstelling te kunnen toepassen dient de keuze uiterlijk 20 november 2019 bij de inspecteur te worden gemeld. Is men later dan is de OVOB pas vanaf 1 april 2020 toepasbaar en gelden voor het eerste kwartaal de normale regels. Na 1 januari 2020 moet men zich vier weken voorafgaand aan het tijdvak waarin de OVOB wordt toegepast, melden.
De internetconsultatie ‘Wet omzetgerelateerde vrijstelling voor ondernemers van belasting’ is te raadplegen tot 1 mei 2018.