Een belastingplichtige die op verzoek van de Belastingdienst akkoord gaat met het opleggen van een aanslag na de reguliere aanslagtermijn en afstand doet van zijn recht om bezwaar te maken tegen de overschrijding, kan die toestemming later niet meer intrekken. Dat heeft de rechtbank Noord-Nederland geoordeeld.
De Belastingdienst had in 2015 een navorderingsaanslag opgelegd aan een spaarder die gebruik had gemaakt van de inkeerregeling en zijn Zwitserse vermogen alsnog had aangegeven. De aanslag had betrekking op het jaar 2001. De fiscus had de man gevraagd of hij akkoord ging met het opleggen van de aanslagen na 30 november 2014. Dat was de datum waarop de termijn voor de navordering afliep. De man gaf schriftelijk akkoord en gaf dat nadien nogmaals akkoord voor termijnverlenging tot 1 juli 2015.
Open kaart gespeeld
Voor de rechtbank Noord-Nederland beroept de man zich alsnog op het overschrijden van de navorderingstermijn. Dat is niet mogelijk, zo oordeelt de rechter. De Belastingdienst had bovendien open kaart gespeeld door de man te informeren over het verbod voor de inspecteur om afspraken te maken over termijnverlenging. Toch is de man akkoord gegaan met het opleggen van de navorderingsaanslag 2001, waarbij hij uitdrukkelijk afstand heeft gedaan van het recht om bezwaar te maken tegen de navorderingsaanslag.