Drie afsluitbare kantoortjes, maar zonder eigen opgang, toilet en koffiehoek. De gebruikers hadden de ruimten in onderhuur van de huurder en deelden de aanwezige voorzieningen in een centrale ruimte. De verhuurder van de ruimtes, die zelf het hele pand huurde vond dat hij, zoals gebeurde, niet aangeslagen mocht worden voor de OZB en de rioolbelasting voor de werkkamers die anderen tegen betaling gebruikten.
Hof Amsterdam vond dat de heffingsambtenaar terecht de aanslagen voor de gehele bovenverdieping oplegde aan de huurder.Het bedrijfspand bestaat uit een beneden- en een bovenverdieping. De bovenverdieping is uitsluitend toegankelijk via een trap gelegen achter een afsluitbare voordeur op de begane grond aan de straatzijde. De bovenverdieping heeft een vloeroppervlak van circa 300 m² en bestaat uit een aantal afsluitbare kantoorkamers, een centrale ruimte, een pantry en sanitaire voorzieningen. De kantoorkamers beschikken niet over eigen sanitair, noch over een eigen gelegenheid voor het zetten van koffie en thee en maken gebruik van de gedeelde voorzieningen in de centrale ruimte, die ook wordt gebruikt als ontvangst- en/of vergaderruimte. Daarmee waren het geen zelfstandige kantooreenheden. Vanwege het ontbreken van eigen voorzieningen zijn de kamers geen belastingobject voor de rioolheffing en de OZB. De ondernemer die deze onzelfstandige ruimten doorverhuurde aan derden moest ervoor opdraaien.