Als een ondernemer de woonbestemming van een oude woning overhevelt naar een nieuwe woning, mag de waardedaling van de oude woning worden toegevoegd aan de waarde van de nieuwe woning. Dat oordeelt de rechtbank in Breda. Overheveling van een woning van zakelijk naar privé is echter niet zomaar toegestaan.
Een eigenaar van een landbouwbedrijf heeft twee percelen, waarop een woning (privévermogen) en bedrijfsgebouwen (ondernemingsvermogen) staan. In 2008 bouwt hij een nieuwe woning, die op een ander perceel komt dan de vorige woning en als ondernemingsvermogen wordt aangemerkt.
Inbreng woontitel en overheveling
Om het huis te kunnen bouwen, moet de eenpitter de woonbestemming op de oude woning opgeven. Er mag volgens het bestemmingsplan namelijk maar één woning op de percelen staan. Door de wijziging van de bestemming daalt de waarde van de oude woning met € 50.000, zo waardeert de taxateur. Die waardedaling wordt op de ondernemingsbalans geactiveerd als “inbreng woontitel” en vervolgens tot de boekwaarde van de nieuwe woning gerekend.
In 2012 wordt de rechtsvorm van het bedrijf gewijzigd van eenmanszaak in vof. Daarbij wordt de nieuwe woning naar het privévermogen overgeheveld. Omdat het gaat om een verplichte overgang, zo redeneert de ondernemer, mag de waarde in bewoonde staat worden vastgesteld op 65% van de waarde in vrije staat. Er wordt een boekverlies van € 114.000 genoteerd.
Correctie
De Belastingdienst corrigeert de aangifte over dat jaar: de waarde in het economische verkeer van de ondergrond wordt € 18.000 verminderd, de boekwaarde van de woning en de ondergrond gaat met € 50.000 omlaag in verband met de inbreng van de woontitel, de waarde in bewoonde staat wordt op 80% gesteld en de mkb-winstvrijstelling wordt gecorrigeerd. Als gevolg daarvan is het verlies uit werk en woning met zo’n € 78.000 verminderd. Na bezwaar wordt de vermindering met zo’n € 2.000 gecorrigeerd.
Verlies juist vastgesteld?
Waardedaling terecht geactiveerd
Verplichte overgang
Niet zomaar van onderneming naar privé
Maar het overbrengen van een tot het ondernemingsvermogen behorend vermogensbestanddeel naar het privévermogen kan alleen als er sprake is van een bijzondere omstandigheid. De inbreng van een onderneming in een vennootschap onder firma hoort daar niet bij, aldus de rechter. “Hieruit volgt dat belanghebbende geenszins verplicht was om de woning over te brengen naar zijn privévermogen. Dat belanghebbende door zijn onderneming in de vennootschap onder firma in te brengen een evenredig deel van zijn onderneming heeft gestaakt, doet daar niet aan af. Belanghebbende mocht de waarde in bewoonde staat daarom niet ingevolge het voornoemde besluit vaststellen op 65% van de waarde in vrije staat.”
Het boekverlies moet daarom met € 50.000 worden verhoogd, luidt het oordeel. Daaruit volgt een verlies uit werk en woning van € 97.125. Het beroep wordt gegrond verklaard.