De Belastingdienst heeft een handreiking gepubliceerd voor de interpretatie van het begrip ‘Regeling voor vervroegde uittreding’ (RVU) als bedoeld in artikel 32ba Wet op de loonbelasting.
Op 22 juni 2018 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het bij de beoordeling of een regeling een RVU is als bedoeld in de Wet LB gaat om de objectieve voorwaarden en kenmerken van de regeling. In het arrest schetst de Hoge Raad een kader aan de hand waarvan de RVU-toets voor elke soort vertrekregeling kan worden uitgevoerd.
In de handreiking van de fiscus wordt ingegaan op het arrest en de gevolgen daarvan voor de praktijk.