De tijdelijk verruimde eenmalige vrijstelling schenking eigen woning 2013 kan ook toegepast worden op kosten die voorafgaand aan de schenking zijn gemaakt, oordeelt rechtbank Gelderland. Er is geen volgtijdelijk verband voorgeschreven voor de betaling van de schenking en die van de kosten voor de eigen woning.
Een vrouw kreeg net als haar broer en zus een aantal jaren rond de kerstperiode bedragen geschonken van haar ouders. Voor een schenking van 100.000 euro op 16 december 2013 verzocht ze in haar aangifte om toepassing van de tijdelijke verruiming van de vrijstelling voor de schenking in verband met een verbouwing van haar woning. De inspecteur was van mening dat uit de voorwaarden voor de vrijstelling de verplichting volgt dat de aanwending van de schenking voor de eigen woning in de tijd moet volgen op (de betaling van) de schenking.
De rechtbank Gelderland oordeelt echter anders. Uit artikel 28 van de Successiewet 1956 volgt namelijk dat de aanslag wordt berekend naar het totaal van alle schenkingen door ouders aan hun kind in het betreffende kalenderjaar. Van die totale grondslag worden vervolgens de vrijstellingen waarvoor de begunstigde in aanmerking komt afgetrokken. De datum van de schenking is in dit geval uitsluitend van belang omdat dat een voorwaarde voor de toepasselijkheid van de vrijstelling is (namelijk dat de schenking plaats moet vinden tussen 1 oktober 2013 en 1 januari 2014).
Geen volgtijdelijk verband voorgeschreven
Dat wil echter nog niet zeggen dat de datum van de schenking ook relevant is voor de beoordeling of is voldaan aan de voorwaarde dat de betaling en aanwending van de schenking voor de eigen woning met schriftelijke bescheiden moet kunnen worden aangetoond. Daarbij gaat het namelijk uitsluitend om de vraag of de betaling van de schenking en de kosten voor de eigen woning kunnen worden aangetoond en wordt verder geen volgtijdelijk verband voorgeschreven tussen die betalingen. Dat volgt ook niet dwingend uit de frase dat de schenking is “aangewend” voor de kosten van verbetering van de eigen woning in de Uitvoeringsregeling. En dat geldt ook voor de frases dat de schenking wordt gebruikt ter “dekking” van deze kosten (vergelijk de memorie van toelichting bij de verruiming van de eenmalige vrijstelling in de Fiscale verzamelwet 2010), of dat de schenking moet “verband houden met” die kosten (vergelijk de memorie van toelichting bij het Belastingplan 2014). Dat kan ook gaan om kosten die al zijn gemaakt.
Uitspraak: ECLI:NL:RBGEL:2019:181