Het ondernemerschap van de medisch specialistische bedrijven (Msb’s) in Nederland komt gemiddeld genomen nog onvoldoende uit de verf. Dat concludeert de branchegroep Zorg van BDO Accountants & Adviseurs ruim vier jaar na invoering van Msb’s op basis van onderzoek naar het functioneren van deze nieuwe bedrijven. Het onderzoek werd gedaan op basis van beschikbare jaarverslagen over 2016 en 2017 en een in 2018 gehouden enquête.
De Msb’s scoren gemiddeld slecht als het gaat om financiële substance, transparantie en good governance. Zo deponeert grofweg de helft van de Msb’s geen jaarrekening, terwijl dit voor 70% van alle Msb’s wettelijk verplicht is. Bovendien loopt een deel van de medische bedrijven fiscaal gezien een reëel risico de felbegeerde ondernemersstatus te verliezen. Doorontwikkeling naar een participatiemodel biedt uitkomst, maar de overheid is eerst aan zet om dit te faciliteren door middel van gereguleerde winstuitkering.
Het medisch specialistisch bedrijf
De entiteit medisch specialistisch bedrijf is een relatief nieuw verschijnsel in de Nederlandse ziekenhuiszorg. Ten tijde van de invoering van de integrale bekostiging op 1 januari 2015 hebben medisch specialisten hun maatschappen geherstructureerd, waarbij zij konden kiezen uit het loondienstmodel, het participatiemodel en het samenwerkingsmodel, veelal vormgegeven in Msb’s. In de meeste ziekenhuizen werd voor dat laatste gekozen.
Groot deel van de Msb’s deponeert geen jaarrekening
Van de 61 onderzochte Msb’s, zijn er over het jaar 2016 38 en over 2017 slechts 28 jaarverslagen gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. Dat betekent dat lang niet alle Msb’s hebben gedeponeerd, hoewel dat voor de Msb’s in coöperatievorm (70% van de Msb’s) wettelijk verplicht is. “Dat is niet alleen een economisch delict, maar past ook niet in een zorgwereld waar transparantie cruciaal is”, stelt Chris van den Haak, partner en onderzoeker bij BDO. In aanvulling daarop blijkt uit het onderzoek dat de gedeponeerde jaarrekeningen veelal geen of beperkt inzicht geven in de resultatenrekeningen van de Msb’s. Zo is bij slechts drie Msb’s inzicht in de gerealiseerde omzet en uitbetaalde vergoedingen aan de medisch specialisten. Voor de hele sector bedragen deze vergoedingen circa twee miljard euro.
Belastingonderzoek Msb’s
De mate waarin Msb’s erin slagen om zich daadwerkelijk als bedrijven te manifesteren, is van doorslaggevend belang voor de vraag of de Belastingdienst hen de ondernemersstatus zal laten behouden. Uit de beschikbare cijfers blijkt dat investeringen nog minimaal zijn. Investeringen zijn op de balans terug te vinden in de vorm van materiële vaste activa. Nagenoeg alle Msb’s beschikken over 5% of minder materiële vaste activa. Ook het eigen vermogen valt in negatieve zin op. Zo beschikt één op de tien Msb’s in 2017 over minder dan 5% eigen vermogen. In de ogen van de Belastingdienst is dat onvoldoende. Een definitief oordeel over de ondernemersstatus heeft de fiscus de afgelopen vier jaar in veel gevallen nog niet gegeven, maar dat moment nadert snel.
Msb als vluchtheuvel op weg naar participatiemodel
Bij de invoering van de integrale bekostiging beschouwde toenmalig minister Edith Schippers het samenwerkingsmodel (Msb) als een vluchtheuvel; een tussenstap op weg naar participatiemodel (mede-eigenaarschap). Hoewel er voorbeelden zijn van Msb’s die voortvarend met hun ondernemerschap aan de slag zijn gegaan, bevestigen de overall resultaten van het BDO-onderzoek het beeld van Schippers dat dit een tussenoplossing is. Van den Haak: “En dat is zonde, omdat wij vinden dat een actieve rol in de ontwikkeling van ondernemerschap van de medisch specialist van centraal belang is bij de herinrichting van het zorglandschap.”
De uitkomsten van het BDO-onderzoek roepen de vraag op of het huidige Msb de beste structuur is om tot zorginnovatie te komen. “Om de zorg betaalbaar en rendabel te houden, is snelle actie nodig. Langdurige verandertrajecten voor de huidige Msb’s zijn niet het antwoord. Andere manieren van samenwerking of écht ondernemende medici die participeren in het ziekenhuis of zelfstandige behandelcentra opstarten vormen in onze ogen de structuur van de toekomst. Daarnaast biedt het participatiemodel mogelijkheden om privaat kapitaal aan te trekken en dat is nodig voor noodzakelijke investeringen in innovatie”, zegt Van den Haak.
Ook vanuit de Msb’s zijn positieve verwachtingen te horen over de invoering van het participatiemodel. “Ik denk dat participatie in het ziekenhuis een interessante mogelijkheid is voor doorontwikkeling van het Msb. Dat biedt ruimte aan het ondernemerschap van medisch specialisten. Daarnaast denk ik dat aansluiting van het beloningssysteem van het Msb op de begrotingscyclus van het ziekenhuis belangrijk is. Een en ander zal wél moeten leiden tot meer gelijkgerichtheid binnen het ziekenhuis. De overheid moet daar de voorwaarden voor creëren”, stelt Remco Djamin, longarts en voorzitter bestuur Coöperatie MSB Amphia U.A., Amphia ziekenhuis.
Overheid aan zet: winstuitkering cruciaal voor nieuw model
Slechts op een paar plaatsen in Nederland is nu voorgesorteerd op het participatiemodel. Zolang het verbod op winstdeling bestaat, blijft het daar waarschijnlijk bij. “Bij ons pleidooi voor het participatiemodel moet wel een belangrijke kanttekening worden gemaakt. De overheid zal dat moeten faciliteren door een vorm van gereguleerde winstuitkering voor ziekenhuizen mogelijk te maken”, stelt Van den Haak. Ook op het gebied van de fiscale status zal de overheid duidelijkheid moeten brengen. Van den Haak besluit: “De Belastingdienst geeft daar nog steeds geen duidelijkheid over en dat frustreert ondernemerschap. Écht medisch specialistisch ondernemerschap maakt de zorg kwalitatief beter, verhoogt de waarde voor de patiënt en zal uiteindelijk ook nog besparingen realiseren.”
Over het onderzoek
BDO doet regelmatig onderzoeken in de zorg, waaronder het jaarlijkse Benchmark Ziekenhuizen. In het verlengde daarvan wilde BDO zich graag ook een oordeel kunnen vormen over de vraag hoe het staat met het ondernemerschap binnen de medisch specialistische bedrijven die in de ziekenhuizen actief zijn. BDO heeft op een tweetal manieren onderzoek gedaan. Allereerst heeft BDO gekeken naar de door Msb’s gedeponeerde jaarverslagen over 2016 en 2017 bij de Kamer van Koophandel. Daarnaast hebben 19 Msb’s in 2018 deelgenomen aan een enquête, bestaande uit meerkeuzevragen die met name gericht zijn op het in kaart brengen van de omvang van de ondernemersactiviteiten. In het rapport licht BDO ook twee aansprekende voorbeelden uit van Msb’s die wel de handschoen oppakten en vorm hebben gegeven aan hun ondernemerschap. Het betreft de coöperatie MSB Matrix U.A., verbonden aan het Beatrixziekenhuis in Gorinchem, onderdeel van Rivas en de coöperatie MSB Amphia U.A., verbonden aan het Amphia ziekenhuis in Breda.
Bron: BDO