Zogeheten ‘eigen rijders’ die als transportondernemer meerdaagse of op meer dagen internationale ritten maken, mogen in 2020 per gereden dag € 38,50 aan verblijfskosten aftrekken, heeft de Belastingdienst bekendgemaakt.
De regeling geldt voor transportondernemers die hun winst aangeven in de inkomstenbelasting, niet voor ondernemers die aangifte vennootschapsbelasting doen. Transportondernemers moeten elk jaar opnieuw kiezen of ze de regeling willen gebruiken. Zo ja, dan hoeven ze geen bewijsstukken verblijfskosten te bewaren. Het vaste bedrag aan verblijfskosten voor eigen rijders wordt elk jaar opnieuw vastgesteld. Vorig jaar lag het bedrag op € 37,50. De verblijfskostenregeling kent wel een aantal voorwaarden. Zo moeten de ritten langer duren dan 24 uur en mag de verste bestemming niet in Nederland liggen. De eigen rijder moet het aantal gereden dagen kunnen aantonen met bijvoorbeeld tachograafschijven, facturen en rittenstaten.
De vertrek- en terugkomdag tellen elk mee voor een halve dag.
Gaat het om internationale ritten die starten op meer dan 50 kilometer van het woonadres van de transportondernemer, dan hoeven die niet minimaal 24 uur te duren. Wel moeten de ritten op aaneengesloten dagen plaatsvinden; ook moet het traject van elke rit zich verder dan 50 kilometer van het woonadres van de transportondernemer bevinden.
______________________________________________________________________