78 beleggingsfondsen willen geen omzetbelasting betalen over de facturen van hun vermogensbeheerders. Zij hadden daarvoor vrijstelling maar de Belastingdienst heeft deze opgezegd.
Fiscale voordelen
De fondsen zijn zogeheten CLO’s (collateralized loan obligation). Zij kopen bedrijfsleningen op en herverpakken deze om nieuwe obligaties uit te geven. De opgekochte leningen fungeren daarbij als onderpand. Wereldwijd zit er zo’n $2000 mrd in deze verpakte leningen (securisaties). Nederland telt honderd CLO’s, samen goed voor een geschat vermogen van €40 mrd. In Nederland genieten zij fiscale redenen, terwijl het beheer in het buitenland plaatsvindt.
Kostenverhoging
De vennootschappen waarin de CLO’s zijn ondergebracht, betalen tot nu toe geen btw over de rekeningen van hun vermogensbeheer. De Belastingdienst heeft aangekondigd dat deze btw-vrijstelling per 1 januari aanstaande vervalt. Volgens de fondsen gaat ze dat tussen de €400.000 en €1 mln per jaar kosten, geld dat de obligatiehouders mislopen. Zij verwijzen naar Ierland en Luxemburg, die geen van beide van plan zijn het vermogensbeheer te belasten met btw. Buiten de Unie lonken Zwitserland en de Verenigde Staten. Impliciet dreigen de CLO’s Nederland te verlaten voor deze Europese btw-paradijzen.
‘Fiscus snapt het niet’
Baker McKenzie bepleitte gisterochtend bij de rechter in een kort geding dat de Belastingdienst niet wist waarover die het had toen werd besloten de vrijstelling te stoppen. Die is in 2007 afgesproken en vastgelegd in een zogeheten ruling van de fiscus met trustkantoor TMF. TMF voert het bestuur over de 78 beleggingsfondsen. De Belastingdienst heeft de ruling met het trustkantoor begin dit jaar opgezegd. Dat gebeurde na een besluit uit het najaar van 2019 van de toenmalige staatssecretaris van Financiën. Dat besluit was weer ingegeven door nieuwe jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie in Luxemburg. Die stelt, volgens de Nederlandse fiscus, dat banken en verzekeraars alleen vrijgesteld zijn van btw als zij onder bijzonder overheidstoezicht staan. Het vermogen van de fondsen die bedrijfsleningen herverpakken staat niet onder bijzonder toezicht, aldus de Belastindienst, en valt daarom buiten de vrijstelling.
‘Geen civiele zaak’
De beleggingsfondsen vinden echter dat het vermogensbeheer dat zij inkopen wel onder het soort overheidstoezicht staat dat btw-vrijstelling rechtvaardigt. De vermogensbeheerders moeten conform de Europese regels een vergunning hebben. Uitsluiting van vrijstelling vloeit volgens hen slechts voort uit onbegrip bij de fiscus van wat een CLO eigenlijk is. Dat maakt de opzegging van de ruling in hun ogen ‘onmiskenbaar ongegrond’. De landsadvocaat zei gisterochtend dat deze kwestie dermate complex is dat zij niet thuishoort bij de civiele rechter in een kort geding maar bij de fiscale rechter. Dus vroeg de landsadvocaat de voorzieningenrechter de 78 eisende partijen niet ontvankelijk te verklaren. De voorzieningenrechter doet vrijdag uitspraak.