De gerichte vrijstelling voor scholing geldt vanaf 2021 ook bij vergoedingen en verstrekkingen voor scholing die voortvloeien uit vroegere arbeid.
Een gerichte vrijstelling geldt voor vergoedingen en verstrekkingen die worden gebruikt voor kwalificerende scholing (zie paragraaf 20.1.4 Studie en opleiding van het Handboek Loonheffingen 2020).
Geen loonheffingen
Als een werknemer binnen de voorwaarden voor de gerichte vrijstelling scholing volgt, dan zijn hierover geen loonheffingen verschuldigd. Nu geldt dat een werkgever voor een ex-werknemer in de regel geen gebruik kan maken van de gerichte vrijstelling voor scholing omdat sprake is van ‘vroegere arbeid’.
Vroegere arbeid
Door de coronacrisis is het belang van scholing nog meer toegenomen. De gerichte vrijstelling voor scholing geldt vanaf 1 januari 2021 daarom ook bij vergoedingen en verstrekkingen voor scholing die voortvloeien uit vroegere arbeid.
Verwerven van inkomen
De verruiming ziet op vergoedingen en verstrekkingen voor het volgen van een opleiding of studie met het oog op het verwerven van inkomen. Hiermee vallen vergoedingen en verstrekkingen aan de werknemer van wie afscheid is of wordt genomen ook onder de reikwijdte van de gerichte vrijstelling voor een opleiding of studie, voor zover dat niet al mogelijk is.
De verruiming ziet niet op vergoedingen en verstrekkingen voor onderhoud en verbetering van kennis
en vaardigheden van de dienstbetrekking (zie paragraaf 20.1.3 Congressen, cursussen, vakliteratuur en dergelijke van het Handboek Loonheffingen 2020).
Scholingskosten vergoeden
De verruiming van de vrijstelling geldt als de werkgever aan de (ex-)werknemer scholingskosten wil vergoeden, bijvoorbeeld als onderdeel van een sociaal plan.
De verruiming heeft niet als doel om iets te wijzigen aan de bestaande mogelijkheden, zoals de mogelijkheid om al eerder tijdens het dienstverband gemaakte transitie- en inzetbaarheidskosten in mindering te brengen op de transitievergoeding.
Na afloop dienstverband
Door de verruiming kan de werknemer die een scholingsbudget heeft en dit ook nog mag gebruiken nadat het dienstverband is afgelopen – als hij bij werkloosheid bijvoorbeeld zelfstandige is geworden of bij een andere inhoudingsplichtige werkt – met dat scholingsbudget vrijgestelde scholing volgen.
De Belastingdienst zal op dezelfde manier beoordelen of sprake is van een opleiding of studie die wordt
gevolgd met het oog op het verwerven van inkomen uit werk en woning, als op dit moment gebeurt
wanneer sprake is van tegenwoordige arbeid.
Meer informatie vind je in de handreiking ‘Scholingskosten in de loonheffingen’