De exploitant van een website waar gigolo’s hun diensten aanbieden is door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in het gelijk gesteld over de naheffingsaanslagen omzetbelasting die de fiscus hem had opgelegd. Het hof oordeelt dat de exploitant alleen btw verschuldigd is over de vergoeding die betaald wordt voor de bemiddeling tussen gigolo en klant en niet over de totale vergoeding die met de klant voor de escortdienst is afgesproken.
Uitspraak: ECLI:NL:GHARL:2021:71
De rechtbank Gelderland had de exploitant eerder ook al in het gelijk gesteld, maar de Belastingdienst tekende hoger beroep aan. Bij het Hof spitste het geschil zich toe op de vraag of de ondernemer bemiddelt bij de totstandkoming van een overeenkomst tussen de klant en de gigolo of de escortdiensten aan de klant verleent.
Definitie bemiddeling
Uit het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 21 juni 2007, Volker Ludwig, C-453/05, ECLI:EU:C:2007:369, leidt het Hof af dat de dienst van bemiddeling als volgt wordt gedefinieerd. Ten eerste neemt de bemiddelaar geen deel aan de hoofdovereenkomst, ten tweede ontvangt de bemiddelaar een aparte vergoeding en ten derde heeft de bemiddelaar geen eigen belang bij de inhoud van de hoofdovereenkomst die tussen zijn opdrachtgever en diens gevonden wederpartij tot stand komt. Van bemiddeling is geen sprake in een geval van onderaanneming. Bemiddeling kan ook zijn het wijzen op de mogelijkheid een contract af te sluiten. Dat de bepalingen in de uiteindelijke hoofdovereenkomst zijn vastgesteld door een van de partijen bij deze overeenkomst, staat aan bemiddeling niet in de weg.
Vergoeding website-exploitant
Tussen de website-exploitant, de klant en de gigolo zijn geen schriftelijke overeenkomsten gesloten. De klant kiest de gigolo aan de hand van de gegevens in diens profiel op de website van de exploitant. De klant en de gigolo bepalen datum, tijdstip en locatie van de afspraak, waarbij de website-exploitant als ‘doorgeefluik’ fungeert en de gigolo betaalt zijn eigen vervoer en kosten. De gigolo bepaalt zijn tarief, dat op de website van de exploitant in diens profiel staat. De website-exploitant brengt de klant en de gigolo met elkaar in contact en verstrekt desgewenst informatie, waarna de klant en de gigolo volkomen vrij zijn in de invulling van de overeenkomst, die zij mondeling aangaan. De website-exploitant brengt na het maken van een afspraak tussen de klant en de gigolo de vergoeding voor de door hem verrichte werkzaamheden in rekening. Bij de weigering na de eerste kennismaking om de diensten te verrichten (door de gigolo) dan wel af te nemen (door de klant), behoudt de website-exploitant de vergoeding. Ter zitting van het Hof heeft hij verklaard dat in dat geval geen restitutie plaatsvindt.
Situatie vergelijkbaar met makelaar
Gelet op het intieme en persoonlijke karakter van de dienstverlening van de gigolo en de door de website-exploitant tijdens de zitting bij het Hof genoemde bijzonderheden van het aanbieden en aanvaarden van escortdiensten gericht op vrouwelijke klanten, acht het Hof de verklaring van de exploitant ook aannemelijk dat zij buiten de escortdienst staat, en slechts bemiddelt. De situatie van de website-exploitant is naar het oordeel van het Hof te vergelijken met die van een makelaar in onroerende zaken, die van de onroerende zaken ook de benodigde gegevens op de eigen website vermeldt, inclusief de vraagprijzen. Het is dan ook aan koper en verkoper om op alle punten tot overeenstemming te komen. Dat de overeenkomst tussen klant en gigolo niet op schrift wordt vastgelegd, betekent niet dat de aard van de diensten die tussen de website-exploitant, de klant en de gigolo worden verricht, is zoals de Inspecteur deze vermoedt te zijn. De website-exploitant heeft op andere wijze aannemelijk gemaakt dat haar diensten te vergelijken zijn met die van een makelaar. Het grote verschil is dat de website-exploitant via haar bemiddeling discretie garandeert aan de gigolo en aan de klant.
Het Hof kent doorslaggevende betekenis toe aan deze feiten en omstandigheden, die de aard van de dienst van de website-exploitant bepalen. Op grond daarvan is het hoger beroep van de fiscus ongegrond.