De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) consulteert uiting 2022-1: ‘Presentatie van Belasting personenauto’s en motorrijwielen (bpm)’. Daarin is het voorstel opgenomen om niet langer toe te staan dat de bpm als onderdeel van de netto-omzet wordt gepresenteerd.
In hoofdstuk 270 ‘De winst-en-verliesrekening’ zijn nu twee opties opgenomen met betrekking tot de presentatie van bpm in de jaarrekeningen van importeurs van auto’s en motorrijwielen, dealers en andere autobedrijven. Die opties hebben betrekking op de bpm voor auto’s en motorrijwielen die voor de eerste keer in Nederland op kenteken zijn gesteld. De huidige alinea 201a biedt de keuze om het bedrag aan bpm al dan niet op te nemen in de netto-omzet.
Betere weergave en vergelijkbaarheid
Voor dealers en andere autobedrijven is nu een aanbeveling opgenomen om de bpm te presenteren als onderdeel van de netto-omzet. ‘Een dergelijke aanbeveling is niet opgenomen voor importeurs van auto’s en motorrijwielen. Mede in het kader van de periodieke beoordeling van de niet-wettelijke opties en het project opbrengstverantwoording heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) alinea 201a geëvalueerd. Op basis van die evaluatie stelt de RJ voor om niet langer toe te staan dat bpm als onderdeel van de netto-omzet wordt gepresenteerd.’
De netto-omzet wordt in de wet beschouwd als de weergave van de omvang der zaken van de rechtspersoon, dus van hetgeen de rechtspersoon voor eigen rekening en risico presteert door verkoop en levering (of eigendomsoverdracht) dan wel door het verrichten van diensten aan zijn cliënten. Bedragen die de rechtspersoon als agent voor derden ontvangt dienen niet als opbrengsten te worden verwerkt. ‘Op grond van deze algemene bepalingen concludeert de RJ dat het presenteren van de bpm als onderdeel van de netto-omzet niet goed aansluit op deze algemene bepalingen. Uit een door de RJ uitgevoerde evaluatie blijken voorts geen zwaarwegende bezwaren te bestaan om niet langer toe te staan de bpm als onderdeel van de netto-omzet te presenteren.’ De raad denkt dat dit voorstel zal resulteren in een betere weergave van wat rechtspersonen voor eigen rekening en risico presteren. Ook is de verwachting dat daarmee de vergelijkbaarheid van de netto-omzet uit de verkoop van nieuwe auto’s en motorrijwielen verbetert.
De RJ stelt voor de wijzigingen van kracht te laten zijn voor verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari 2023.