Gemeenten verwachten dit jaar 11,5 miljard euro te ontvangen uit heffingen. Dat is 2,0 procent meer dan in 2021 werd begroot. Dit meldt het CBS op basis van onderzoek naar de gemeentelijke begrotingen van 2022. De onroerendezaakbelasting (ozb), de afvalstoffenheffing en de rioolheffing zijn de drie heffingen die het meest opbrengen. Samen zijn ze met 8,8 miljard euro in 2022 goed voor meer dan drie kwart van alle gemeentelijke heffingen.
Opbrengst ozb neemt met ruim 4 procent toe
De opbrengst van de ozb op woningen en niet-woningen stijgt in 2022 naar verwachting met 4,4 procent naar 4,8 miljard euro. Dit is iets meer dan de gemiddelde jaarlijkse stijging van 4,0 procent over de afgelopen tien jaar. De stijging is wel minder groot dan in 2021, toen een stijging van 5,8 procent werd begroot. De verandering van de opbrengst ozb wordt bepaald door de ontwikkeling van de waarde van het onroerend goed (WOZ-waarde), van het aantal panden en door de tariefontwikkeling. De inkomsten uit de onroerendezaakbelasting behoren tot de algemene middelen van een gemeente en zijn derhalve vrij besteedbaar.
De begrote opbrengst van de rioolheffing neemt dit jaar met 2,9 procent toe tot 1,8 miljard euro, dat is de hoogste stijging sinds 2013. De gemiddelde toename van de begrote rioolheffing over de afgelopen vijf jaar bedraagt 2,0 procent. De stijging van de rioolheffing hangt onder andere samen met de gestegen kosten van het onderhoud, beheer van de riolering en uitbreiding van het areaal. De inkomsten van de rioolheffing mogen gemeenten alleen besteden aan de gemeentelijke watertaken en zijn maximaal kostendekkend.
De afvalstoffenheffing en reinigingsrechten brengen naar verwachting dit jaar 2,3 miljard euro op. Dit is 4,0 procent meer dan in 2021. De toename is kleiner dan de begrote opbrengststijgingen van deze heffing in 2021 en 2020 (respectievelijk 9,9 procent en 8,4 procent). Net als de rioolheffing mag de afvalstoffenheffing maximaal kostendekkend zijn.
Minder precariobelasting
De begrote ontvangsten aan precariobelasting dalen van 287 miljoen euro in 2021 naar 39 miljoen euro in 2022, een daling van 86,3 procent. Gemeenten kunnen precariobelasting heffen als vergoeding voor het gebruik van openbare grond. De forse afname van deze belasting op het gebruik van gemeentegrond heeft te maken met een wetswijziging, waardoor gemeenten met ingang van 2022 geen precariobelasting meer mogen heffen over kabels en leidingen die nutsbedrijven in, op of boven gemeentegrond exploiteren. Vanaf 1 januari 2022 resteren alleen nog de precario-opbrengsten voor het overige gebruik van de gemeentegrond, zoals voor terrassen, (het plaatsen van) bouwmaterialen en uithangborden. De precariobelasting valt onder de overige heffingen.
Bron: CBS