ING was gerechtigd de bankrelatie met de stichting Viruswaarheid van oprichter Willem Engel op te zeggen, heeft de rechtbank Amsterdam geoordeeld. Het volgens de Wwft verplichte klantonderzoek kon de bank niet succesvol afronden en door de geconstateerde onregelmatigheden had ING het vertrouwen in de integriteit van Viruswaarheid verloren.
Lening
ING besloot op 27 november 2020 de bankrelatie met Viruswaarheid op te zeggen. De bank liet weten geen vertrouwen meer te hebben in de integriteit van de stichting. Donaties ten behoeve van Viruswaarheid liepen via de rekening van DancaMundo, de dansstudio van Willem Engel. Vervolgens werd 50.000 euro van die rekening gebruikt voor privédoeleinden: de aankoop van een stuk grond in Spanje. Nadat ING om de leningsovereenkomst vroeg, is DancaMunco gefuseerd met Viruswaarheid. Deze fusie, zonder voorafgaande toestemming van ING, rechtvaardigt de leningsverstrekking volgens de bank echter niet. ING liet daarna weten dat de bank het cliëntenonderzoek in de zin van artikel 5 Wwft niet succesvol kon afronden en vanwege de hele gang van zaken het vertrouwen in de integriteit van Viruswaarheid was verloren.
Opzegging terecht
De rechtbank oordeelt onder meer dat ING gerechtigd was de bankrelatie op 27 oktober 2020 op te zeggen. ING kon door toedoen van Viruswaarheid het klantonderzoek in de zin van artikel 5 Wwft niet succesvol afronden en door de geconstateerde onregelmatigheden had ING het vertrouwen in de integriteit van Viruswaarheid verloren. ING heeft bij de opzegging een termijn van drie maanden gehanteerd om Viruswaarheid in de gelegenheid te stellen een bankrekening bij een andere bank te openen. Zodoende heeft ING de belangen van de stichting om te kunnen blijven deelnemen aan het betaalverkeer voldoende in acht genomen. De opzegging was naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid dan ook niet onaanvaardbaar.
Contractsvrijheid versus zorgplicht
Vervolgens is de vraag aan de orde of ING alsnog gehouden is om Viruswaarheid een bankrekening aan te bieden. Deze vraag dient te worden beantwoord naar de stand van zaken ten tijde van dit vonnis, dus ex nunc. In de rechtspraak wordt aangenomen dat een bank in bijzondere gevallen kan worden verplicht om een betaalrekening aan te bieden, ook aan rechtspersonen (zie gerechtshof Amsterdam 21 januari 2020, ECLI:N:GHAMS:2020:121 en het daarop volgende arrest van de Hoge Raad van 5 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1652). Dit vormt een uitzondering op het beginsel van contractsvrijheid. Dat beginsel brengt mee dat niemand kan worden verplicht een contractuele relatie met een ander aan te gaan, ook banken niet. Dit recht is fundamenteel en zwaarwegend, maar niet onbegrensd. Bij de begrenzing van dit recht voor banken is onder meer van belang dat hun maatschappelijke functie een bijzondere zorgplicht meebrengt ten opzichte van derden met wier belangen zij rekening behoren te houden op grond van hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Het is een feit van algemene bekendheid dat het zonder betaalrekening vrijwel onmogelijk is om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. Dit geldt niet alleen voor natuurlijke personen, maar ook voor rechtspersonen. Voor banken bestaat op grond van de Wft een wettelijke verplichting om consumenten een basisbankrekening aan te bieden, maar daaruit vloeit niet voort dat de contractsvrijheid van banken ten opzichte van niet-consumenten in het geheel niet kan worden ingeperkt. Daarom kan een bank onder bijzondere omstandigheden worden verplicht een contractuele relatie aan te gaan met een rechtspersoon, hetgeen ex nunc wordt beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval. Tot de omstandigheden van het geval behoort ook de omstandigheid dat eerder een rechtsgeldige opzegging heeft plaatsgevonden, maar die omstandigheid is op zichzelf niet doorslaggevend.
Beoordeling rechtbank
Op dit moment kan de rechtbank niet vaststellen of Viruswaarheid.nl voldoende inspanningen heeft verricht om bij andere banken een rekening te openen. In het hierna volgende gaat de rechtbank daar wel vanuit. Daarbij wordt opgemerkt dat het kan zijn dat banken het gedachtengoed van Viruswaarheid.nl als controversieel bestempelen, maar dat dat op zichzelf uiteraard geen reden kan zijn om haar als klant te weren, gelet op het zwaarwegende belang van een stichting met een legale doelstelling zoals Viruswaarheid.nl om over een bankrekening te kunnen beschikken.
Bij de weging van de omstandigheden in deze zaak gaat het uitdrukkelijk om deze bank, dus ING, en om de geschiedenis die ING deelt met Viruswaarheid.nl, en dus niet om andere banken
De rechtbank laat zwaar wegen dat het zonder betaalrekening vrijwel onmogelijk is om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer en dat Viruswaarheid.nl zonder betaalrekening ernstig wordt belemmerd in het realiseren van haar doelstellingen. Voor haar activiteiten heeft zij immers donaties nodig. Zonder bankrekening kan Viruswaarheid.nl dus geen kant op. Dat is onwenselijk, omdat Viruswaarheid.nl een legale stichting is, met een grote achterban. Ook de omstandigheden dat de lening is terugbetaald, de belangen van de donateurs bij Viruswaarheid.nl blijkens het onderzoek van het OM in goede handen zijn en dat Viruswaarheid.nl nu een meerhoofdig bestuur en een toezichthoudend orgaan heeft, wegen in haar voordeel.
Daar tegenover staat het belang van ING om niet met deze klant verder te gaan, gezien de vertrouwensbreuk. Viruswaarheid.nl heeft aangevoerd dat het wantrouwen van ING nooit terecht is geweest, maar daarin wordt zij niet gevolgd. Zoals hiervoor al is toegelicht, heeft Viruswaarheid.nl het wettelijk verplichte klantonderzoek van ING bewust doorkruist en ING met de naams- en statutenwijziging voor een voldongen feit geplaatst. ING werd zo geconfronteerd met een geheel nieuwe klant met andere activiteiten en een ander risicoprofiel. Daarnaast was de privélening van € 50.000,- op geen enkele manier te rechtvaardigen. Het handelen van [naam 1] , die nog steeds deel uitmaakt van het bestuur van Viruswaarheid.nl, was in dit opzicht niet integer. Deze twee omstandigheden vormden voor ING serieuze aanwijzingen voor onrechtmatige belangenverstrengeling, misleiding van donateurs en risico’s voor haarzelf en voor derden. ING heeft aldus begrijpelijkerwijs het vertrouwen in Viruswaarheid.nl verloren. In het traject daarna, en ook in de onderhavige procedure, heeft Viruswaarheid.nl de terechte zorgen van ING niet weggenomen. Viruswaarheid.nl ziet nog steeds niet in dat zij met haar handelen risico’s in het leven heeft geroepen voor ING, omdat ING verplicht is financiële criminaliteit te voorkomen en te bestrijden, en een zorgplicht heeft ten opzichte van derden, zoals bijvoorbeeld donateurs van Viruswaarheid.nl. De negatieve uitlatingen in de media aan het adres van ING bevestigen dat de relatie van partijen ernstig is verstoord. De terechte zorgen van ING en de vertrouwensbreuk zijn sinds de opzegging dan ook niet in een ander perspectief komen te staan.
Onder deze omstandigheden kan niet van ING worden gevergd om met deze klant, die onvoldoende oog heeft voor de gerechtvaardigde belangen van ING en zich onvoldoende heeft ingespannen om de vertrouwensbreuk te herstellen, een bankrelatie aan te gaan. Dat betekent dat ING niet gehouden is om Viruswaarheid.nl een betaalrekening aan te bieden.