Tweede Kamerlid Chris Stoffer (SGP) heeft op 24 januari een motie ingediend die mede relevant is voor de tonnageregeling. In deze motie wordt de regering opgeroepen om een verandering aan te brengen in de benadering van offshore werkschepen met betrekking tot de Nederlandse tonnageregeling en de afdrachtvermindering zeevaart. Aanvankelijk zou op 31 januari door de Tweede Kamer over de motie worden gestemd, maar de stemming is uitgesteld.
Fiscale regelingen zeescheepvaart
Om de werkgelegenheid en de Nederlandse concurrentiepositie in de scheepvaart te bevorderen, bestaan er verschillende Nederlandse fiscale regelingen om dit te bewerkstelligen. Dit is onder meer de ‘afdrachtvermindering zeevaart’ evenals de ‘tonnageregeling’.
Afdrachtvermindering zeescheepvaart
Mits wordt voldaan aan gestelde voorwaarden, kunnen werkgevers van zeevarenden een fiscale aftrek voor gemaakte loonkosten in aanmerking nemen. Deze mogelijkheid tot aftrek ziet op lonen van personeelsleden, die zijn aan te merken als ‘zeevarenden op zeeschepen’. Bovendien moeten de lonen onderhavig zijn aan de Nederlandse loonbelasting, of premieheffing volksverzekering. Ingeval aan alle voorwaarden wordt voldaan, bestaat er voor de werkgever de mogelijk een afdrachtvermindering ter hoogte van 40% over het verschuldigde loon te nemen.
Tonnageregeling
Op grond van de tonnageregeling wordt belasting berekend over een forfaitaire winst. De winst wordt dan bepaald aan de hand van het maximale volume, dat een schip kan vervoeren. De tonnageregeling is van toepassing ingeval er winst wordt behaald uit zeescheepvaart. Welke winst er kwalificeert als ‘winst uit zeescheepvaart’ is afhankelijk van de activiteit uit welke deze voortvloeit. Welke activiteiten er vallen onder ‘winst uit zeescheepvaart’ is nader, in de wet, gespecificeerd.
Aangezien slechts bepaalde activiteiten vallen onder het tonnageregime, brengt dit met zich mee, dat er eveneens activiteiten bestaan die niet onder deze regeling vallen. In het geval eenzelfde bedrijf zowel activiteiten verricht die wel, als niet onder de tonnageregeling vallen, moet er een winstsplitsing worden gemaakt.
Dienovereenkomstig, valt een deel van de activiteiten onder het tonnageregime, en een ander deel onder het reguliere fiscale regime, waarbij beide delen op een andere manier zullen worden belast.
Problematiek
De splitsing van de winsten en de beperkte betekenis van ‘zeescheepvaart’ zorgt naast veel onduidelijkheid, tevens voor veel onzekerheid. Tweede Kamerlid Stoffer stelt dat de onduidelijkheid van dit onderscheid zorgt voor een ongelijk internationaal speelveld. Dit zorgt dus voor een nadelige concurrentiepositie van Nederland, met betrekking tot zeescheepvaart. De negatieve effecten vloeien dus voort uit regelingen, die de concurrentiepositie van Nederlandse zeescheepvaart juist moesten versterken.
Deze situatie is derhalve ten zeerste onwenselijk. Er is grote vraag naar verduidelijking en verbreding van de activiteiten, die onder het begrip ‘zeescheepvaart’ vallen.
Ingediende motie
Tweede Kamerlid Stoffer erkent de onwenselijkheid van de situatie(s), die voortvloeien uit de beperkte betekenis van ‘zeescheepvaart’. Stoffer wijst de Kamer erop dat er sprake is van onduidelijkheid over de behandeling van offshore werkschepen met betrekking tot het Nederlandse tonnageregime en de afdrachtvermindering zeevaart. Deze onduidelijkheid brengt met zich mee, zo stelt Stoffer, dat er sprake is van een nadelige concurrentiepositie voor de Nederlandse zeescheepvaart.
Om die reden verzoekt Stoffer de regering om offshore werkscheppen volledig onder de tonnageregeling en de afdrachtvermindering zeevaart te laten vallen. Minister Harbers, van Infrastructuur en Waterstaat heeft de motie bestempeld met ‘oordeel Kamer’. Dit houdt in dat de minister ‘niet tegen’ desbetreffende motie is.
Minister Harbers uitte in diens mondelinge toelichting dat deze motie gezien kan worden als ondersteuning voor de uitkomsten van de evaluatie van de maritieme fiscale regelingen. Er zal overleg plaatsvinden tussen minister Harbers en de staatssecretaris van Financiën met betrekking tot de, door Tweede Kamerlid Stoffer, ingediende motie.
Tot slot
De ingediende motie ziet op het includeren van offshore werkschepen in het tonnageregime en afdrachtvermindering zeevaart. Deze motie heeft de status ‘oordeel Kamer’, waarmee is uitgesproken dat de behandelende Minister geen reden ziet om deze motie af te wijzen.