Een AA wist in 2021 geen e-mail te overhandigen waaruit bleek dat hij een ontevreden klant een urenspecificatie had verstrekt en dus restte de Accountantskamer niets anders dan het opleggen van een waarschuwing aan de accountant. Het is namelijk vaste rechtspraak van de Accountantskamer en het College van Beroep voor het bedrijfsleven (ECLI:NL:CBB:2019:418) dat van een accountant mag worden verwacht dat hij zijn facturen desgevraagd specificeert, en aldus naar zijn opdrachtgever inzichtelijk maakt welke werkzaamheden hij heeft verricht en in rekening brengt.
De AA kwam in 2015 met een ondernemer overeen dat hij de jaarrekening van diens onderneming vanaf boekjaar 2015 zou samenstellen en de aangifte inkomstenbelasting/premievolksverzekeringen voor de ondernemer en zijn echtgenote zou verzorgen. Over de jaren 2015, 2016 en 2017 verzorgt hij vervolgens de boekhouding, de financiële verslagen en de aangiften inkomstenbelasting en omzetbelasting.
Accountantskamer
Daarna begint het echter stroef te lopen tussen beiden. De ondernemer is ontevreden over de manier waarop verschillende werkzaamheden worden uitgevoerd en dat leidt er toe dat hij op 6 augustus 2019 de overeenkomst van opdracht opzegt. Er volgt een gang naar de Accountantskamer, waar de ondernemer klaagt over nalatigheid rond IB- en btw-aangifte. Ook zou de accountant onder de maat communiceren en niet hebben gereageerd op verzoeken om de facturen te specificeren.
De tuchtrechter verklaarde de meeste klachtonderdelen echter ongegrond. Op de zitting heeft de AA over de communicatie erkend dat hij ‘er meer achteraan had kunnen zitten’ en dat het in het voorjaar altijd erg druk is op zijn kantoor. De Accountantskamer overweegt dat uit de stukken en hetgeen is besproken op de zitting wel duidelijk is geworden dat de communicatie van de zijde van de AA richting de ondernemer weliswaar beter had gekund, maar dat hij niet op een dusdanige wijze nalatig is geweest dat hem een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.
Urenspecificatie
Dat ligt anders bij de klacht over de gevraagde specificatie van een factuur, oordeelde de Accountantskamer. De accountant had weliswaar een nadere uitleg gegeven bij de factuur, maar die uitleg werd niet voorzien van een specificatie op uren-, medewerker-, en tariefniveau.
De accountant gaat echter in hoger beroep. In zijn hogerberoepschrift richt de AA zich tegen het oordeel van de Accountantskamer dat hij de klant ten onrechte niet zou hebben voorzien van de gevraagde specificatie bij een factuur. De specificatie is volgens hem wel degelijk verstrekt, namelijk per e-mailbericht van 23 augustus 2019. De accountant overlegt in zijn hogerberoepschrift een kopie van dit e-mailbericht en een kopie van het antwoord op dit bericht van de klant, net als een kopie van de specificatie bij de factuur. De AA kon de stukken naar eigen zeggen bij de zitting bij de Accountantskamer niet laten zien, omdat hij deze niet bij zich had, nu hij ervan uitging dat dit punt tussen partijen al was afgehandeld. Tijdens de zitting was er geen mogelijkheid om zijn e-mails door te nemen en aan te tonen dat de gevraagde specificatie was verstrekt. Wel gaf hij tijdens de behandeling ter zitting aan dat hij ervan overtuigd was dat hij de specificatie bij de betreffende factuur had verstrekt. Deze opmerking werd niet vastgelegd in de uitspraak van de Accountantskamer, maar staat wel in het proces-verbaal van de zitting op 7 mei 2021.
Oordeel College
Het CBb oordeelt in hoger beroep dat het met de aangeleverde stukken voldoende aannemelijk is geworden dat de klant de verstuurde specificatie als bijlage bij een e-mailbericht heeft ontvangen. Naar het oordeel van het College heeft de AA met deze specificatie, die is uitgewerkt op uren-, medewerker-, en tariefniveau, voldoende inzichtelijk gemaakt welke werkzaamheden hij heeft verricht en in rekening brengt. ‘Nu de accountantskamer van het vorenstaande niet op de hoogte was omdat geen der partijen in die procedure het e-mailbericht van 23 augustus 2019 met de urenspecificatie had ingebracht, heeft de accountantskamer ten onrechte geoordeeld dat er door [naam 1] aan [naam 2] geen urenspecificatie van declaratie [… 1] is verstrekt. Klachtonderdeel c. is daarom ten onrechte in zoverre gegrond verklaard.’
De slotsom is dat het hoger beroep gegrond is en dat de uitspraak van de Accountantskamer in zoverre dient te worden vernietigd. Het College doet met toepassing van artikel 43i van de Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) de zaak zelf af. Het klachtonderdeel wordt (in zijn geheel) ongegrond verklaard. Dit heeft tot gevolg dat de door de Accountantskamer aan de AA opgelegde maatregel van waarschuwing komt te vervallen.