Een fiscalist die bij een groot accountantskantoor werkt is door Rabobank onterecht van fraude beschuldigd. De bank stelde dat de fiscalist een vervalst mutatieoverzicht heeft gebruikt bij een leningaanvraag en deed zelfs aangifte bij de politie, maar ABN AMRO bevestigde dat er waarschijnlijk sprake was van een storing. Toch bleef Rabobank geheel ten onrechte bij de beschuldiging, oordeelt de voorzieningenrechter. De fiscalist had een kort geding aangespannen tegen Rabobank om hem uit de frauderegisters en het BKR-register verwijderd te krijgen. Hij vreesde anders zijn baan en huis kwijt te raken.
Oversluiten doorlopend krediet
Afgelopen voorjaar probeerde de man om zijn doorlopend krediet van € 22.946,29 bij Rabo-onderdeel Freo over te sluiten. Op 29 mei diende hij een kredietaanvraag in voor een krediet van € 56.725,38. Daarbij leverde hij onder meer ook een mutatieoverzicht aan van de bij- en afschrijvingen van zijn bankrekening bij ABN AMRO over de periode 19 april tot en met 19 mei 2023. De bank constateerde echter dat de bij- en afschrijvingen op het mutatieoverzicht niet overeenkomen met de bij- en afschrijvingen die in werkelijkheid hebben plaatsgevonden op de bankrekening van de fiscalist bij ABN AMRO. Een aantal bijschrijvingen op het mutatieoverzicht zijn ten onrechte als afschrijvingen gerubriceerd. Ook staan op het mutatieoverzicht meer afschrijvingen en minder bijschrijvingen dan in werkelijkheid het geval is.
Rabobank: vervalst rekeningafschrift
De fiscalist deed navraag bij ABN AMRO om uit te zoeken hoe de verschillen konden zijn ontstaan. Een bankmedewerker liet hem daarop weten dat er een storing was geweest rond de afschriften. Toch deelde Rabobank de man niet veel later mee dat zijn persoonsgegevens voor een periode van acht jaar zouden worden opgenomen in enkele frauderegisters: het zogeheten Interne Verwijzingsregister (IVR), het Incidentenregister (IR) en het bijbehorende Externe Verwijzingsregister (EVR).
Als reden werd opgegeven dat de fiscalist bij zijn kredietaanvraag gebruik had gemaakt van een vervalst rekeningafschrift van ABN AMRO. Ook stond in de brief dat Rabobank aangifte had gedaan bij de politie. Halverwege juni werd bovendien het doorlopende krediet met onmiddellijke ingang beëindigd en het nog openstaande bedrag van € 22.946,29 moest voor 30 juni 2023 terug worden betaald. Als klap op de vuurpijl deelde de bank ook nog mee dat bij het BKR over het krediet was geregistreerd dat er een betalingsachterstand was en de kredietaanbieder de betaling van het gehele bedrag in één keer opeiste.
Kort geding
De fiscalist en zijn vrouw spanden uiteindelijk vorige maand een kort geding aan tegen Rabobank om de registratie in de frauderegisters en het BKR-register ongedaan te maken, blijkt uit het deze week gepubliceerde vonnis. Bij de voorzieningenrechter vertelden de man en zijn vrouw dat de valse beschuldiging grote impact op hun gezin had. De hele affaire vormde een bedreiging voor de baan van de man, omdat hij als fiscalist niet met fraude in verband kan worden gebracht. Bovendien vreesde het stel dat de hypotheekverstrekker door de externe registratie de hypotheek zal gaan opeisen. De fraudebeschuldiging van Rabobank zelf was bovendien ook helemaal niet logisch, voerden ze aan. Een aantal bijschrijvingen is namelijk ten onrechte gerubriceerd als afschrijvingen. Hierdoor ontstaat er een lager saldo, wat voor de kredietaanvraag bij Rabobank juist nadelig is.
Stevig oordeel over Rabobank
Toch hield Rabobank ook bij de voorzieningenrechter vol dat de fiscalist had gefraudeerd met het mutatieoverzicht. De voorzieningenrechter vindt het op zich begrijpelijk dat bij de bank “alle alarmbellen afgingen toen bleek dat maar liefst vijftien transacties op het mutatieoverzicht niet overeenkwamen met transacties die in werkelijkheid hebben plaatsgevonden op de bankrekening van [de fiscalist, red.] bij ABN AMRO, te meer omdat storneringen waren omgezet in afschrijvingen. Dat Rabobank vervolgens vragen is gaan stellen aan [de fiscalist, red.] wekt dan ook geen verbazing.”
De rechter constateert echter ook dat ABN AMRO op uitdrukkelijk aandringen van de fiscalist onderzoek heeft gedaan. “Aangenomen wordt dat ABN AMRO zorgvuldig onderzoek heeft verricht, omdat het een klachtenprocedure betrof en het hier gaat om een mogelijk fraudegeval.
De conclusie van het onderzoek van ABN AMRO is dat “er waarschijnlijk een kleine storing moet zijn geweest ergens in de systemen van de bank tijdens de opmaak van dat rapport in Internet Bankieren”.”
Tegen deze conclusie van ABN AMRO heeft Rabobank niks concreets ingebracht, oordeelt de rechtbank onder meer. “Rabobank heeft niet bij ABN AMRO om nadere informatie gevraagd en heeft ook niet haar eigen IT-afdeling onderzoek laten doen. Ter zitting heeft Rabobank desgevraagd bevestigd dat haar fraude-afdeling onderzoek heeft gedaan. Dat onderzoek heeft zich beperkt tot het vergelijken van de mutatieoverzichten en twee telefoongesprekken met [de fiscalist, red.].” In wat Rabobank heeft aangevoerd ziet de voorzieningenrechter “geen (begin) van een bevestiging van [de fiscalist, red.] dat hij het mutatieoverzicht heeft vervalst, zoals Rabobank lijkt te beweren.”
Daarbij komt dat de afwijkingen in het mutatieoverzicht wel erg opmerkelijk zijn en niet te verklaren als de fiscalist werkelijk had willen doen voorkomen dat zijn financiële situatie beter was dan in werkelijkheid, oordeelt de voorzieningenrechter. “Dit zijn de opvallendste: op het mutatieoverzicht staat een totaal bedrag aan afschrijvingen met vier decimalen (€ 7.518,1811); dit bedrag is bovendien groter dan het werkelijke bedrag aan afschrijvingen (€ 6.380,63); en het saldo op het mutatieoverzicht is meer negatief per 19 mei 2023 (€ -2.899,46) dan in werkelijkheid (€ -2.811,02).”
Gelet daarop “en in het bijzonder de conclusie van het onderzoek van ABN AMRO is er geen reden [de fiscalist, red.] te verdenken van het vervalsen van het mutatieoverzicht, laat staan dat sprake is van een zwaardere verdenking dan een redelijk vermoeden van schuld. Dit alles betekent dat, voorshands geoordeeld, er onvoldoende grond bestond voor opneming van gegevens van [de fiscalist, red.] in het IR en het EVR.”
De vorderingen van de fiscalist en zijn vrouw (om hun registratie in de frauderegisters en bij het BKR te verwijderen) worden dan ook toegewezen.