De Nederlandse staat is niet aansprakelijk voor de financiële schade die vier zzp’ers hebben geleden door maatregelen die werden ingevoerd tijdens de coronapandemie, zo heeft de rechtbank in Den Haag geoordeeld. De vier hadden een zaak aangespannen omdat ze vonden dat ze ongelijk waren behandeld ten opzichte van werknemers in loondienst.
Door de lockdownmaatregelen die de overheid vanaf maart 2020 trof, hebben bedrijven en zzp’ers omzetverlies geleden. Ter compensatie zijn onder meer de NOW-regeling voor werkgevers en de Tozo-regeling voor (onder meer) zzp’ers ingevoerd. Daarbij heeft de Staat onjuiste en niet-evenredige keuzes gemaakt, zo vinden vier zelfstandigen, van wie er drie musicus danwel acteur zijn; een van de betrokken zzp’ers is fotograaf. Werknemers in loondienst werden voor het wegvallen van arbeid namelijk ruimhartiger gecompenseerd dan zzp’ers, betoogden ze in een bodemprocedure: er is een ongerechtvaardigd onderscheid gemaakt.
Ruime beoordelingsvrijheid
De rechtbank is het niet met hen eens. De Staat had een ruime beoordelingsvrijheid bij het treffen van het pakket aan steunmaatregelen en het ging om een politieke keuze die onder urgente omstandigheden moest worden gemaakt, zo luidt het oordeel. ‘De rechter dient zich daarbij terughoudend op te stellen. Voor zover werknemers in loondienst en zzp’ers al met elkaar vergelijkbaar zijn, heeft de Staat voor het onderscheid waar het hier om gaat een objectieve en redelijke rechtvaardiging gegeven.’
Positie was voor pandemie ook anders
De positie van zzp’ers was ook voordat de pandemie uitbrak heel anders dan die van werknemers, zo is de rechtbank gevoelig voor het argument van de overheid. ‘In het bijzonder heeft de Staat gewezen op het gegeven dat werknemers, wanneer zij door de pandemie tijdelijk geen arbeid konden verrichten, recht behielden op hun loon. Werkgevers hebben werknemers tijdens de pandemie moeten doorbetalen. Daarmee heeft de Staat bij het samenstellen van de steunpakketten rekening moeten houden.’ Werknemers hadden zelf niet de keuze om NOW aan te vragen en liepen het risico ontslagen te worden of geen loon meer doorbetaald te krijgen als de werkgever in zwaar weer terechtkwam.
Zzp’ers hadden een sociaal vangnet waarop zij konden terugvallen als hun inkomen onder bijstandsniveau kwam en werknemers hadden recht op doorbetaling tot hun salarisniveau. ‘Mede ook gelet op het korte tijdsbestek waarin de steunpakketten moesten worden vastgesteld, heeft de Staat deze uit de reeds bestaande, wettelijke sociale structuren en systemen voortvloeiende verschillen in uitgangspositie tussen werkenden en zzp’ers als uitgangspunt mogen nemen bij het vaststellen van de steunmaatregelen.’