Binnen de huidige btw-regelgeving is het mogelijk om door middel van een zogenoemde short stay structuur belasting te besparen. Door bijvoorbeeld woningen na een grote verbouwing voor korte tijd btw-belast te verhuren, mag een ondernemer de btw op deze verbouwing aftrekken. Als de ondernemer vervolgens overgaat tot btw-vrijgestelde woningverhuur blijft het aftrekrecht in stand. Dit leidt tot een ongelijk speelveld in de verhuursector, constateert het kabinet. Het kabinet vindt dit onwenselijk en komt daarom met conceptregelgeving om deze structuur te bestrijden. Dat concept gaat nu ter consultatie zodat hier commentaar op kan worden gegeven.
Herzieningsregeling
Het voorstel is om de herzieningsregeling zoals die al geldt voor (on)roerende investeringsgoederen, zoals laptops en gebouwen, uit te breiden naar diensten aan onroerende zaken van tenminste € 30.000, zoals bij verbouwingen en groot onderhoud. De ondernemer moet vier jaar lang bijhouden of de initiële btw-aftrek moet worden gecorrigeerd. De eerder toegepaste btw-aftrek wordt daarom in elk jaar (telkens voor 1/5 deel) vergeleken met het gebruik van de dienst (voor belaste of vrijgestelde prestaties) in dat jaar. Hierdoor wordt de ongewenste belastingbesparende structuur met kortdurende verhuur veel minder aantrekkelijk, waardoor een gelijker speelveld ontstaat voor vastgoedondernemers.
Eerder voorstel: herzieningstermijn op kostbare diensten
In 2017 is al eens een vergelijkbaar wetsvoorstel geconsulteerd. Destijds is het voorstel mede naar aanleiding van de reacties niet voortgezet. Er kwam toen vooral kritiek op de grote complexiteit en de ruime werking. Daarom is deze nieuwe maatregel toegespitst op diensten aan onroerende zaken boven een drempelbedrag van € 30.000 en wordt daarnaast een overgangstermijn voorgesteld.
Overgangsregeling
In het voorstel is overgangsrecht opgenomen in de vorm van een uitgestelde inwerkingtreding per 1 januari 2026. De sector krijgt hierdoor, na van kracht worden van de maatregel, één jaar de tijd om zich op de maatregel voor te bereiden.
Internetconsultatie en stakeholderbijeenkomst
Om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk betrokkenen inbreng kunnen leveren op dit wetsvoorstel, is het ministerie van Financiën een internetconsultatie gestart die loopt van 5 maart tot en met 2 april 2024. De inbreng uit de internetconsultatie wordt meegenomen in de definitieve uitwerking van de regelgeving. Mochten uit de consultatie nog onvoorziene of onbedoelde effecten naar voren komen, dan kan dat reden zijn het voorstel aan te passen of te heroverwegen.
In vervolg op de internetconsultatie staat op 12 april 2024 een stakeholderbijeenkomst gepland in Den Haag. Tijdens deze bijeenkomst krijgen partijen de mogelijkheid hun standpunt nader toe te lichten. Wie voor deze bijeenkomst uitgenodigd wenst te worden kan dit bij de internetconsultatie kenbaar maken.
De internetconsultatie is hier te vinden.