Een taakstraf van 240 uur, een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van 3 jaar en ontzegging uit het ambt van ambtenaar voor vijf jaar. Dat is het vonnis dat de rechtbank Overijssel velt voor een ambtenaar van de Belastingdienst die zich schuldig maakte aan witwassen en belastingfraude.
In januari 2022 ontvangt de FIOD een tweetal meldingen van een Boete-en Fraudecoördinator van de Belastingdienst. Hierin staat dat een medewerker van de afdeling omzetbelasting van de Belastingdienst zich bezighoudt met het opmaken en indienen van onjuiste aangiften omzetbelasting bij de Belastingdienst.
De FIOD krijgt ook een anonieme klikbrief waarin wordt gesteld dat de vrouw al jaren bezig is met belastingfraude, geld verdient met vertrouwelijke gegevens uit de systemen van de Belastingdienst en ‘ten onrechte’ geld verdient met een beauty-zaak. De meldingen en de klikbrief zijn door een medewerker van de FIOD onderzocht en resulteren in het opmaken van een proces-verbaal van verdenking.
Naar aanleiding van het onderzoek wordt de vrouw er van verdacht dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan het in georganiseerd verband plegen van belastingfraude en vanaf december 2020 een bedrag van € 72.000,- heeft witgewassen en daar een gewoonte van heeft gemaakt. De vrouw wordt ook verweten dat zij geld, dat zij in het kader van haar positie als ambtenaar bij de Belastingdienst onder zich had, heeft verduisterd.
Geen veroordeling voor verduistering
Rechtbank Overijssel oordeelt dat, wat betreft de verduistering, de vrouw in de bediening van haar ambt geen gelden onder zich had die zij kon verduisteren. Het OM heeft volgens de rechtbank ook niet bewezen dat de vrouw verduistering van gelden heeft toegelaten, en dat het ambt van de vrouw haar tot de verweten strafbare gedraging in staat heeft gesteld.
Uit het dossier blijkt niet dat de vrouw door gebruik te maken van haar administratieve functie bij de Belastingdienst bevoegd was of anderszins kon bewerkstelligen dat (onjuiste negatieve) belastingaanslagen zouden worden opgelegd, waarna een uitbetaling zou volgen. De stelling dat de vrouw gemakkelijker zou kunnen ingrijpen dan iemand die niet bij de Belastingdienst werkzaam is omdat zij toegang had tot collega-ambtenaren, maakt haar naar het oordeel van de rechtbank (nog) geen functioneel dader. Daarom spreekt de rechtbank haar vrij van verduistering.
De rechtbank verklaart de vrouw wel schuldig aan het deelnemen aan een criminele organisatie, waarbinnen verschillende misdrijven werden gepleegd. Daarnaast heeft ze door het witwassen van geld dat uit misdrijf afkomstig is, bijgedragen aan de instandhouding van verschillende vormen van criminaliteit.
Vertrouwen op integriteit belastingambtenaar geschaad
De rechtbank constateert dat, hoewel de vrouw in de bediening van haar ambt geen gelden onder zich had die zij kon verduisteren, zij echter wel feitelijk werkzaam was als ambtenaar bij de Belastingdienst. De rechtbank tilt hier zwaar aan. De overheid en de samenleving moeten kunnen vertrouwen op de integriteit van een belastingambtenaar. Zij heeft het in haar als ambtenaar gestelde vertrouwen ernstig geschaad, oordeelt de rechtbank. De verdachte heeft in strijd met dat vertrouwen zelfs het initiatief genomen in de gepleegde fraude en in ruime mate meegedeeld in de frauduleuze opbrengsten. Deze feiten werken voor de rechtbank strafverzwarend.
Strafmaat
De strafmaat geldt voor het deelnemen aan een organisatie die het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft en het medeplegen van gewoontewitwassen. Wat de rechtbank betreft is een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van drie jaar passend. In combinatie met een taakstraf van 240 uur, bij het niet goed uitvoeren daarvan te vervangen door 120 dagen hechtenis. Bovendien wordt een verbod opgelegd om het ambt van ambtenaar te bekleden voor de duur van vijf jaar.