De eerste rechtszaken over invaren zijn begonnen. Zoals te verwachten leidt invaren tot veel weerstand bij ‘pensioenconsumenten’, met name bij pensioengerechtigden. Nog voordat de Wet toekomst pensioenen (Wtp) in werking trad, waren er al duizenden protestbrieven geschreven aan pensioenuitvoerders tegen het invaren.
Pensioenfonds ABP verwacht per 1 januari 2027 te gaan invaren. In februari 2024 probeerde een pensioengerechtigde ambtenaar inzage te krijgen in de adviezen van de landsadvocaat, op zoek naar munitie voor zijn stelling dat invaren van zijn pensioen in strijd met de wet zou zijn (ECLI:NL:RBDHA:2024:1687).
Weerstand tegen invaren
Het omzetten van bij pensioenfondsen opgebouwd pensioen naar solidaire of flexibele premieovereenkomsten zorgt voor weerstand. Niet voor niets waarschuwde de Raad voor de Rechtspraak voor een mogelijke ontregeling van de civiele rechtspraak (Kamerstukken II 2021-22, 36 067, 3, p. 342). Of die soep zo heet gegeten wordt valt nog te bezien. De per 1 januari 2024 opgerichte geschilleninstantie pensioenfondsen (het GIP) zou een zeefwerking moeten hebben voor klachten en geschillen van pensioenconsumenten. Saillant detail is dat het GIP niet bedoeld lijkt voor invaargeschillen maar zich primair richt op klachten over een juiste uitvoering van het pensioenreglement.
Ambtenaar op zoek naar munitie
Terug naar de rechtszaak. De sinds 1 april 2016 pensioengerechtigde ambtenaar wilde zijn vordering tegen de Staat onderbouwen met de adviezen van de landsadvocaat. Hij vermoedde dat daar munitie in stond dat invaren in strijd met het (eigendoms)recht was. Op 12 december 2023 verzocht Kamerlid Agnes Joseph vergeefs om openbaarmaking (Kamerstukken II, 2023-24, 36067, 195). De minister bood de stukken in januari ter vertrouwelijke inzage van de Kamer aan (Kamerstukken I, 2023-24, 36067, I). De particulier krijgt de stukken niet te zien.
Kort samengevat is de kantonrechter van mening dat geen van de aangevoerde gronden tot openbaarmaking kon leiden. Ten aanzien van de niet aangevoerde exhibitieplicht – artikel 843a Rv voor de liefhebbers – oordeelt de kantonrechter: ‘dat de adviezen die de landsadvocaat aan de Staat heeft verstrekt, betrekking hebben op informatie die valt binnen de grenzen van het attorney-client privilege en (daarmee) onder het professionele verschoningsrecht.’ Kortom: geen inzage in de adviezen van de landsadvocaat.
Daarmee is de procedure nog niet ten einde. Dit was slechts het ‘incident’ over de informatieverstrekking. Het volgende incident is of de pensioengerechtigde civiel (tegen de Staat als ex-werkgever) of bestuursrechtelijk (als partij bij de Pensioenovereenkomst) moet doorprocederen. Zo worden eerst alle formaliteiten doorgelopen als voorgerecht en komt de hoofdmaaltijd – mag invaren wel of niet – daarna aan de orde. En dan te bedenken dat de invaarbesluiten nog genomen moeten worden. De verwachting is dat bij het ABP pas per 1 januari 2027 wordt ingevaren. Zoals wel vaker geldt in het recht: wordt ongetwijfeld vervolgd. De kop is er af.
Conclusie
De eerste rechtszaken over invaren onder de Wet toekomst pensioenen komen los. Een pensioengerechtigde wilde inzage in de adviezen van de landsadvocaat om zijn claim tegen het invaren door de Staat te versterken. Die adviezen vielen onder het attorney-client privilege, aldus de kantonrechter. De procedure wordt vervolgd zonder inzage in de adviezen. Dit is het begin van een langere reeks aan invaargeschillen, nog voordat er daadwerkelijk is ingevaren.
Prof. mr. drs. Mark Heemskerk EPP CFP ©, hoogleraar pensioenrecht Radboud Universiteit Nijmegen, advocaat-partner bij held advocaten en raadsheer-plaatsvervanger in het hof Den Bosch.
Deze bijdrage is eerder gepubliceerd op Pensioen Vanmorgen. Met Pensioen Vanmorgen onderbouw je jouw pensioenkennis. Je volgt relevante ontwikkelingen en krijgt nieuwe inzichten door zowel korte als beschouwelijke artikelen. Abonneer je op Pensioen Vanmorgen en ontvang alle ins en outs over pensioenen voor een goed onderbouwd pensioenadvies.