Zowel de SRA als Register Belastingadviseurs hebben gereageerd op de Internetconsultatie Wetsvoorstel aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025. Beide zijn positief, maar plaatsen kanttekeningen.
In het ter consultatie aangeboden concept Wetsvoorstel worden diverse aanpassingen geregeld voor de Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling (DSR) in Box 2 in de Inkomstenbelasting. Ten eerste wordt de toegang tot de BOR en DSR beperkt tot gewone aandelen met een minimaal belang van 5%. Ten tweede wordt onbedoeld gebruik van de BOR via rollatorinvesteringen en dubbel-BOR tegengegaan en als laatste wordt de bezits- en voortzettingseis in de BOR versoepeld.
Het RB juicht in zijn reactie de voorgestelde versoepelingen in de bezitseis en voortzettingseis in de BOR toe. Verder erkent het RB dat onbedoeld gebruik van de BOR dient te worden tegengegaan maar plaatst het wel diverse kanttekeningen bij de in het Wetsvoorstel daarvoor aangedragen oplossingen. Tenslotte doet het RB een aantal aanbevelingen om de bedrijfsopvolging in het Midden- en Kleinbedrijf verder te versoepelen.
Ook de SRA kan zich vinden in beperkingen ten aanzien van de zogenoemde rollatorinvesteringen en ter voorkoming van het meerdere keren gebruiken van de BOR. Ook staat de SRA achter de versoepeling van de bezits- en voortzettingseis, waardoor bedrijven bijvoorbeeld meer ruimte krijgen om te herstructureren of hun activiteiten te wijzigen. Wel heeft SRA bij beide voorgestelde maatregelen van het kabinet enkele suggesties en opmerkingen.
Bezwaren conceptwetsvoorstel
Die zien bijvoorbeeld op de beperking voor aandelen met bijzondere rechten, maar ook tegen de ruime omschrijving van uit te sluiten preferente aandelen. Bij veel samenwerkingen, overnames, fusies en splitsingen wordt namelijk gewerkt met verschillende soorten aandelen. Daar liggen bedrijfseconomische redenen aan ten grondslag. Deze bedrijfseconomisch wenselijke vermogensstructuren worden met dit conceptwetsvoorstel doorkruist.
Amendement
De Tweede Kamer nam afgelopen najaar een amendement aan van de leden Inge van Dijk en Erkens bij de behandeling van de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024. Daarin werd onder andere per 1 januari 2025 een verruiming van de zogenoemde verwateringsregeling in de BOR en de DSR ab voorgesteld, en verbreding van de toegang tot de BOR voor kleine aandelenbelangen (ook box 3) wanneer er met een familiegroep een belang is van ten minste 25%. Het kabinet ontraadde het voorstel, en na een aanbod van de staatssecretaris ging de Kamer er mee akkoord om eerst de verschillende juridische aspecten te laten onderzoeken.
Ongeoorloofde staatssteun
Dat deed NautaDutilh, en het advocatenkantoor concludeerde dat er waarschijnlijk sprake is van ongeoorloofde staatssteun, bleek onlangs. Van Rij bood de Kamer nog wel aan om bij de Europese Commissie navraag te doen of die analyse wordt gedeeld. Veel lijkt hij daar echter niet van te verwachten, want de conclusies laten de Kamer volgens de staatssecretaris eigenlijk geen andere keuze dan de maatregelen ongedaan te maken. Temeer omdat ook de Belastingdienst al liet weten grote uitvoeringsproblemen te voorzien omdat het frauderisico en de complexiteit door de aanpassingen toenemen.
Motie
Enkele partijen dienden naar aanleiding van die negatieve bevindingen recent een motie in. Volgens de indieners gaat het amendement ook evident in tegen de geest van de eerder voorgenomen versobering van de bedrijfsopvolgingsregeling. Bovendien is het volgens de indieners zo dat het amendement “voor slechts een kleine groep nazaten van oude, grote en winstgevende familiebedrijven aanzienlijke belastingvoordelen oplevert die zij voorheen niet heeft genoten en waarbij de continuïteit van de onderneming zonder deze voordelen niet in gevaar is”. Daarom zou de verruiming van de fiscale regelingen moeten worden teruggedraaid. Maar de motie behaalde dinsdag bij een stemming geen meerderheid, en dus blijft het omstreden voornemen vooralsnog overeind.