Een rapport van feitelijke bevindingen dat de RA opstelde in het kader van een civielrechtelijke procedure bevat verschillende onjuiste conclusies, oordeelt de Accountantskamer. Ook heeft de accountant in strijd met de door hem toegepaste standaard 4400N niet louter over feitelijke bevindingen gerapporteerd. Daarom wordt een tijdelijke doorhaling van de inschrijving in de registers van één maand opgelegd. Bij die bestraffing wordt ook meegewogen dat de RA met zijn rapport de rechtbank op het verkeerde been heeft gezet, en volgens de tuchtrechter bovendien geen zelfreflectie toonde.
Grondontwikkeling Nederland was een bekende grondspeculant. Het bedrijf van ondernemer Shandar Kooij kocht landbouwgrond aan waarvan verwacht werd dat er mogelijk een waardestijging in het verschiet lag in verband met herontwikkeling. Die stukken grond werden opgesplitst en doorverkocht aan particuliere beleggers. Maar de zaken gingen kennelijk niet zoals gewenst, want op 05 oktober 2021 werd het bedrijf failliet verklaard na een aanvraag van een koper van een stuk grond.
‘Lege huls’
Curator Moeijes is sindsdien behoorlijk druk met de afwikkeling van het faillissement van Grondontwikkeling Nederland. Bestuurder Kooij liet volgens de curator een lege huls achter bij het faillissement, en maakte hij zich daarmee schuldig aan paulianeus handelen (faillissementsfraude). Het FD meldde vorig jaar naar aanleiding van een nieuw faillissementsverslag dat de curator de bestuurder daarom aansprakelijk stelt voor het tekort in het faillissement. Er hebben inmiddels negen schuldeisers een vordering ingediend, van in totaal bijna €1,4 miljoen.
Aansprakelijkheidsprocedure
In de aansprakelijkheidsprocedure bij de rechtbank Noord-Holland tegen de (indirect) bestuurder en zusterbedrijf Vastgoedplan Nederland BV dienden de gedaagden een rapport van een accountant in. Die rapportage bevatte volgens de curator “zeer ernstige onvolkomenheden.” Omdat de RA weigerde rapportage in te trekken besloot de curator naar de Accountantskamer te stappen. Met succes, want de accountant krijgt er flink van langs.
Rechter onjuist voorgelicht
Hij handelde in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid, onder meer door in strijd met Standaard 4400N niet louter over feitelijke bevindingen te rapporteren, maar conclusies te trekken die niet passend zijn in een rapport van feitelijke bevindingen. Ook trad hij niet met de rechtbank in overleg over de door hem te verrichten specifieke werkzaamheden. Bovendien constateert de Accountantskamer dat de RA in zijn opdrachtbevestiging en de rapportage in het midden heeft gelaten of hij als partijdeskundige heeft opgetreden. De accountnat trok bovendien op diverse punten in de rapportage conclusies zonder daarvoor een deugdelijke grondslag te hebben. Zo is de Accountantskamer van oordeel dat hij, “zonder dat hij hiervoor een deugdelijke grondslag had, in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid heeft geconcludeerd dat de aangetroffen inrichting van de administratie geen aanleiding geeft om te concluderen dat deze niet aan de daaraan te stellen maatstaf voldoet.”
De accountant heeft met de rapportage volgens de Accountantskamer “de objectieve waarheidsvinding belemmerd, en daarmee (wetende dat de rapportage zou worden ingebracht in de juridische procedure) ook de rechter onjuist voorgelicht. Ook is meegewogen dat betrokkene naar aanleiding van vragen van de Accountantskamer geen zelfreflectie heeft getoond. Betrokkene, die naar eigen zeggen vrijwel geen ervaring heeft met het opstellen van dit soort rapporten, ziet het laakbare van zijn gedrag nog steeds niet in. Dit alles vraagt om een stevige correctie. Niet gebleken is dat sprake is van verlichtende omstandigheden.”