
Justitie is na nader onderzoek tot de conclusie gekomen dat er “onvoldoende wettig en overtuigend bewijs” is voor een strafzaak tegen de topbankier voor strafbare feiten die binnen ING hebben plaatsgevonden. Dat meldt het OM in een verklaring. Dit besluit volgt op het afgeronde strafrechtelijk onderzoek naar de betrokkenheid van de voormalig bestuurder bij het overtreden van de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (Wwft) en schuldwitwassen door ING. De bank betaalde eerder een transactiebedrag van 775 miljoen euro aan de Staat.
ABN Amro
Het OM heeft ook besloten om geen vervolging in te stellen tegen vier voormalige bestuurders van ABN AMRO (waaronder Gerrit Zalm) voor de tekortkomingen in het tegengaan van witwassen bij de bank, meldt het OM. ABN AMRO betaalde in april 2021 een transactiebedrag van 480 miljoen euro aan de Staat wegens overtreden van de Wwft en schuldwitwassen. Het OM concludeert nu na onderzoek dat er onvoldoende bewijs is om de voormalig bestuurders te vervolgen.
Lakeman
Financieel activist en voorzitter van Stichting Onderzoek Bedrijfsinformatie (SOBI) Pieter Lakeman laat weten dat hij zich nog niet neerlegt bij de beslissing van het OM om Hamers niet te vervolgen. Het OM moet hiervoor eerst toestemming vragen aan het Gerechtshof Den Haag. Bij die gelegenheid krijgt Lakeman de kans om het wél vervolgen van Hamers te bepleiten, laat SOBI weten. “In oktober eiste hij in kort geding het na jaren vertraging eindelijk vervolgen van de voormalig ING-topman. Nu het OM daartoe niet bereid is, zal het Hof Den Haag zich op korte termijn over de zaak buigen. De afwijzing door het OM leidt volgens Lakeman tot een vervroegde behandeling bij het Hof Den Haag. Hij krijgt daar de kans zijn visie te geven en is niet ongelukkig met deze gang van zaken. Het Haagse Gerechtshof Hof achtte het in december 2020 van belang ‘dat in een openbaar strafproces de norm wordt bevestigd dat ook bestuurders van een bank niet vrijuit gaan als zij feitelijk leiding hebben gegeven aan verboden gedragingen. De burger moet kunnen zien dat ook dergelijk handelen door de overheid niet wordt geaccepteerd.’”