Een profvoetballer die voor een Nederlandse club speelt woont in het buitenland. Omdat hij zich met zijn club heeft geplaatst voor de volgende ronde in een Europees toernooi ontvangt hij een plaatsingspremie van € 58.824,-. Op een gedeelte van het inkomen (€ 66.545,-) in zijn aangifte past de profvoetballer een vrijstelling ter voorkoming van dubbele belasting met progressievoorbehoud toe. In het bedrag van € 66.545,- is de helft van de plaatsingspremie begrepen.
Aftrek elders belast inkomen hangt samen met trainingskamp buitenland
De inspecteur verzoekt hem in een brief om informatie te verstrekken over de in de aangifte verzochte aftrek voor elders belast inkomen. De profvoetballer geeft aan dat de verzochte aftrek elders belast inkomen samenhangt met werkzaamheden voor wedstrijden en een trainingskamp in het buitenland. In de gecorrigeerde aangifte maakt de profvoetballer aanspraak op de vrijstelling voor een totaalbedrag van € 95.957,- waaronder het gehele bedrag van de plaatsingspremie.
In een e-mailbericht aan de profvoetballer geeft de inspecteur aan dat hij van plan is om van de aangifte af te wijken. De inspecteur verleent slechts voor de helft van de plaatsingspremie (€ 29.412,-) de vrijstelling. De profvoetballer tekent beroep aan bij de rechtbank Noord-Holland. Het geschil voor de rechtbank richt zich met name op de vraag of de profvoetballer wat betreft de plaatsingspremie recht heeft op een hogere voorkoming van dubbele belasting dan door de inspecteur is verleend.
Tijdsevenredige toerekening met dagenbreuk
Volgens de profvoetballer dient met gebruikmaking van de zogeheten dagenbreuk naar tijdsevenredigheid afgeleid te worden welk deel van de plaatsingspremie aan welk land toe te rekenen is. Hij stelt dat gedurende één dag werkzaamheden zijn verricht voor de wedstrijd in het land waar hij woont en dat de voorbereiding en het spelen van de wedstrijd in Nederland drie dagen besloeg. Daarom moet volgens hem driekwart van de plaatsingspremie, een bedrag van € 44.118, worden toegerekend aan Nederland. Voor dat bedrag dient ook de vrijstelling te worden verleend volgens hem.
De inspecteur stelt zich op het standpunt dat directe toerekening van de plaatsingspremie mogelijk is en dat op basis daarvan de helft van de plaatsingspremie, een bedrag van € 29.412,- aan Nederland toe te rekenen valt.
De rechtbank stelt voorop dat de profvoetballer feiten en omstandigheden dienst te stellen waaruit geconcludeerd kan worden dat de aftrek elders belast inkomen op een hoger bedrag moet worden berekend dan reeds is verleend. Voor de onderbouwing van zijn standpunt verwijst de profvoetballer naar het arrest van de Hoge Raad van 23 september 2005, ECLI:NL:HR:2005:AP1424 dat inhoudelijk gaat over de voorkoming dubbele belasting en de dagenbreuk in verband met berekening van arbeidsinkomsten.
Rechtstreekse toerekening aangewezen methode voor voorkoming dubbele belasting
De inspecteur stelt zich op het standpunt dat, gezien het genoemde arrest van de Hoge Raad, een directe toerekening van de plaatsingspremie mogelijk is en dat deze wijze van toerekening dient te worden toegepast. De rechtbank oordeelt dat de plaatsingspremie rechtstreeks moet worden toegerekend aan de wedstrijden in de landen waarin deze zijn gespeeld.
De rechtbank acht rechtstreekse toerekening mogelijk gelet op de aard van de vergoeding en acht rechtstreekse toerekening dan ook de aangewezen methode voor het bieden van voorkoming van dubbele belasting. Een plaatsingspremie wordt namelijk slechts uitbetaald indien de club zich plaatst voor de volgende ronde. Volgens de reglementen van het Europees toernooi is het resultaat over twee wedstrijden, een thuis- en een uitwedstrijd, bepalend voor het behalen van de volgende ronde.
De rechtbank is van oordeel dat de plaatsingspremie voor de helft toegerekend dient te worden aan de uitwedstrijd en voor de andere helft aan de thuiswedstrijd. Nu rechtstreekse toerekening mogelijk is, wordt niet toegekomen aan tijdsevenredige toerekening. Hetgeen gesteld is over de manier van tijdsevenredige toekenning kan hierdoor buiten beschouwing worden gelaten, aldus het oordeel van de rechtbank.
De inspecteur heeft terecht de voorkoming van dubbele belasting voor de helft van de plaatsingspremie verleend. Het beroep van de profvoetballer wordt ongegrond verklaard.