
De stichting, opgericht met de nobele bedoeling zorg te bieden aan mensen met psychische problemen, werd in 2016 onderwerp van een onderzoek door de Belastingdienst. Het oorspronkelijke doel van de stichting stond al onder druk door kwaliteitsproblemen in de zorg en financiële mismanagement. Dit werd verergerd toen de zorgverzekeraar VGZ honderdduizenden euro’s terugvorderde wegens onterecht gedeclareerde zorg. Tussen 2016 en 2018 leidden onterecht overgemaakte bedragen naar een huisartsenpraktijk en andere privédoeleinden tot het faillissement van de stichting.
Valse documenten
Het onderzoek begon in 2016, toen de Belastingdienst constateerde dat de administratie van de stichting niet op orde was. De aanvankelijke ontdekking leidde tot de aanstelling van boekhouder, die tijdens zijn werkzaamheden op onregelmatigheden stuitte. Hij ontdekte facturen die mogelijk niet zakelijk waren. Dit leidde tot een strafrechtelijke onderzoek in 2019. De slechte administratie bleek een essentieel onderdeel van de fraude: veel uitgaven werden niet goed onderbouwd en achteraf als privé-uitgaven geboekt.
Naast de slechte administratie werden valse documenten, zoals geldleningsovereenkomsten en facturen, ingezet om onterechte betalingen te rechtvaardigen. Het bleek dat de verdachte, samen met een medeverdachte betrokken was bij het opstellen van valse documenten, waaronder geldleningsovereenkomsten tussen de stichting en derden. Deze documenten werden later teruggevonden op de harde schijf van de verdachte.
Rol van de boekhouder
De verdachte in deze zaak was werkzaam als zzp’er bij de zorgstichting en voerde administratieve en financiële taken uit. Hij werkte nauw samen met de medeverdachtem die eindverantwoordelijk was voor het bestuur van de stichting. Hoewel de verdediging van de verdachte beweerde dat hij enkel in opdracht van de medeverdachte handelde, oordeelde de rechtbank dat beide betrokkenen zich gezamenlijk schuldig maakten aan fraude. Zo werden bijvoorbeeld aanzienlijke bedragen van de zorgstichting overgeboekt naar een huisartsenpraktijk zonder enige vorm van waarborg of zekerheid, een handeling die niet strookte met het doel van de stichting.
Verduistering en belastingfraude
De financiële misstanden kwamen verder aan het licht toen bleek dat de verdachte en medeverdachte onterecht geld hadden verduisterd uit de stichting voor privégebruik. Dit gebeurde onder andere door valse facturen in te dienen voor niet-gewerkte uren en door privé-uitgaven, zoals een reis naar Dubai, te verantwoorden met stichtingsgeld. De verduisteringen werden op een systematische manier uitgevoerd, waarbij bedragen opliepen tot meer dan 750.000 euro.
De belastingfraude kwam ook aan het licht toen bleek dat de verdachte samen met de medeverdachte onjuiste belastingaangiften had ingediend voor de jaren 2013 tot en met 2016. Grote bedragen werden niet als inkomen opgegeven, wat leidde tot minder belastingheffing. Het was duidelijk dat de verdachte op de hoogte was van de onjuistheden in de aangiften, hetgeen het medeplegen van belastingfraude aantoont.
Faillissementsfraude
Het fraude- en verduisteringsgedrag ging verder toen de stichting in 2018 failliet ging. De verdachte en medeverdachte bleven ondanks de verslechterende financiële situatie van de stichting grote bedragen onttrekken, wat de schuldeisers van de stichting benadeelde. De curator deed aangifte van faillissementsfraude, aangezien de onttrekkingen zonder de vereiste zekerheden en in strijd met de stichtingsdoelen werden uitgevoerd.
Strafmaat en oordeel
De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan verduistering, belastingfraude, faillissementsfraude en valsheid in geschrift. De lange periode van fraude en de omvang van de verduisterde bedragen rechtvaardigden een zware straf. De verdachte kreeg een gevangenisstraf van 32 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast werd het voertuig van de verdachte, dat was aangeschaft met gestolen stichtingsgeld, verbeurd verklaard.
Lees hier uit de uitspraak.