• Opleidingen
  • Summercourse
  • E-learnings
  • Incompany
    • Incompany gemeenten
  • Docenten
    • Blogs
  • Nieuws
  • Specialisten
  • Dossiers
  • Vacatures
    • Kantoren
    • Carrière
  • Over ons
  • Contact
  • Adverteren
  • Nieuwsbrief
  • LinkedIn
  • Facebook
  • Twitter
  • Mail
  • Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
  • Over ons
  • Contact
  • Adverteren
  • Nieuwsbrief
Fiscaal Vanmorgen

  • Opleidingen
  • Summercourse
  • E-learnings
  • Incompany
    • Incompany gemeenten
  • Docenten
    • Blogs
  • Nieuws
  • Specialisten
  • Dossiers
  • Vacatures
    • Kantoren
    • Carrière
Home » Geen schriftelijke afspraak over vakantie opnemen tijdens ziekte: uitbetaling verlofsaldo

Geen schriftelijke afspraak over vakantie opnemen tijdens ziekte: uitbetaling verlofsaldo

Nieuws

De werkgever mocht de vakantiedagen van de zieke werknemer niet afschrijven tijdens de jaarlijks terugkerende collectieve bedrijfssluitingen, oordeelt de kantonrechter.

4 februari 2025 door Fiscaal Vanmorgen

De zaak gaat over de vraag of de werknemer bij het einde van zijn dienstverband nog openstaande verlofdagen had die moeten worden uitbetaald. De werknemer vindt van wel en vordert betaling van het verlofsaldo. Volgens de werkgever heeft de werknemer bij het einde van zijn dienstverband een negatief verlofsaldo, zodat de vordering moet worden afgewezen.

De zaak spitst zich toe op de vraag of de werkgever tijdens de ziekte van de werknemer vakantiedagen mocht afschrijven tijdens de volgens de werkgever jaarlijks terugkerende collectieve bedrijfssluitingen in de zomer en rond kerst. De kantonrechter wijst de vordering van de werknemer tot betaling van het verlofsaldo toe.

Wat vinden partijen?

De werknemer vindt dat hij bij het einde van het dienstverband nog 131,48 uur aan verlof open had staan. De werkgever is van mening dat het verlofsaldo bij einde dienstverband -61,02 uur betrof.

Partijen zijn het eens over het verlofsaldo dat de werknemer heeft opgebouwd. Het geschil tussen partijen wordt veroorzaakt door het feit dat de werkgever in de periode van ziekte van de werknemer de jaarlijkse collectieve bedrijfssluitingen in de zomervakantie (3 weken) en rond de kerst ook in mindering heeft gebracht op het verlofsaldo van de werknemer.

Geen schriftelijke instemming

De werknemer is het daar niet mee eens. Hij voert aan dat hij niet schriftelijk heeft ingestemd met het inleveren van verlofdagen voor de collectieve bedrijfssluitingen. Deze schriftelijke instemming was wel vereist op grond van de wet (artikel 7:638 BW).

Voor zover er al schriftelijk afgesproken zou zijn dat de werknemer jaarlijks in de zomer en rond de kerst vanwege een collectieve bedrijfssluiting verlofdagen op zou nemen, geldt dat de werkgever vanwege de ziekte van de werknemer opnieuw expliciet toestemming had moeten vragen om die dagen als verlofdagen in plaats van ziektedagen aan te merken (artikel 7:638 lid 8 BW). Dat is niet gebeurd. de werknemer stelt geen toestemming te hebben gegeven.

Altijd drie weken gesloten

De werkgever voert aan dat het bedrijf altijd drie weken is gesloten is in de zomerperiode. Er werkt dan niemand. Dat geldt ook voor de kerstperiode. Deze collectieve bedrijfssluitingen zijn al jaren vast onderdeel van het bedrijfsbeleid. De afspraken over het opnemen van verlof tijdens de collectieve bedrijfssluitingen waren al gemaakt voordat de werknemer ziek werd.

Regels vakantie opnemen

Hoofdregel is dat een vakantie wordt vastgesteld volgens de wensen van de werknemer. Van deze hoofdregel kan worden afgeweken (artikel 7:638 lid 2 BW).

Schriftelijke afspraak

Een werkgever en werknemer kunnen samen afspreken dat de werknemer in een bepaalde periode – bijvoorbeeld in de zomer of rond kerst – verplicht vakantie moet opnemen. Deze afspraak moet volgens de wet schriftelijk worden vastgelegd. Het is aan de werkgever om aan te voeren dat zo’n schriftelijke afspraak is gemaakt en om dat te bewijzen als de werknemer de afspraak betwist.

Zieke werknemer en vakantie

De wet geeft ook regels die specifiek van toepassing zijn op een zieke werknemer. Hoofdregel is dat dagen waarop een werknemer ziek is gedurende zijn vakantie niet kunnen gelden als vakantie. Deze hoofdregel geldt ook tijdens een collectieve bedrijfsvakantie. Ook hier geldt dat er weer uitzonderingen op de hoofdregel mogelijk zijn.

In een voorkomend geval

In de eerste plaats is het mogelijk om ‘in een voorkomend geval’ met de werknemer af te spreken dat wél vakantie wordt opgenomen tijdens ziekte. De nadruk ligt hier op ‘in een voorkomend geval’. Dit betekent dat de werkgever met een zieke werknemer afspraken kan maken over opname van vakantiedagen op het moment dat er concreet sprake is van een vakantie.

Bij voorbaat afspreken

De tweede uitzondering gaat over het bij voorbaat (in tegenstelling tot ‘in een voorkomend geval’) afspreken dat vakantiedagen worden opgenomen, ook als de werknemer tijdens de vakantie ziek is. Partijen kunnen alleen voor wat betreft de bovenwettelijke vakantiedagen bij voorbaat afspreken dat ziektedagen toch worden aangemerkt als vakantiedagen. Een afspraak bij voorbaat kan dus niet gaan over wettelijke vakantiedagen van de werknemer.

Ook bij deze uitzonderingen geldt dat het aan de werkgever is om aan te voeren dat de afspraken zijn gemaakt en om dat te bewijzen op het moment dat de werknemer het bestaan ervan betwist.

Afspraken over collectieve bedrijfsvakantie

De werkgever stelt dat er afspraken zijn gemaakt over een collectieve bedrijfsvakantie. Volgens de werkgever zijn de collectieve bedrijfsvakanties in de zomer en rond kerst al jaren vast onderdeel van het bedrijfsbeleid. De werkgever heeft de stelling niet onderbouwd met stukken. Uit niets blijkt dat er een schriftelijke afspraak ligt over de gestelde collectieve bedrijfsvakanties.

Afspraak moet schriftelijk zijn

Uit de geschetste regels volgt dat een dergelijke afspraak wel op papier moet zijn gezet. De werknemer betwist dat deze afspraak is gemaakt. Het zou dan op de weg van de werkgever liggen om te bewijzen dat er een (schriftelijke) afspraak is gemaakt over opname van vakantie tijdens de bedrijfssluitingen, maar de werkgever heeft geen bewijsaanbod gedaan. De kantonrechter komt niet toe aan het opdragen van bewijs.

Werknemer was ziek tijdens collectieve bedrijfsvakantie

Ook als de werkgever wel bewijs zou mogen leveren en daar ook in zou slagen (de werkgever zou een schriftelijke afspraak over de collectieve bedrijfsvakanties kunnen laten zien), zou de werkgever er nog niet zijn. In dit geval speelt immers de specifieke situatie dat de werknemer in de periode waarover partijen een discussie hebben ziek was. Dan gelden de bijzondere regels over het opnemen van vakantie door een zieke werknemer.

De werkgever heeft gesteld dat de afspraken over een collectieve bedrijfsvakantie al van kracht waren voordat de werknemer ziek werd. Daar blijkt niet uit dat is afgesproken dat de collectieve bedrijfsvakantie ook als vakantie zou gelden voor een zieke werknemer. De werkgever heeft dat niet aangevoerd.

Alleen voor bovenwettelijke vakantiedagen

Een dergelijke afspraak bij voorbaat zou bovendien alleen kunnen gelden voor de bovenwettelijke vakantiedagen. Ook blijkt uit de stellingen van de werkgever niet dat in het voorkomende geval – dus toen de zomersluiting en de kerstsluiting voor de deur stonden – met de werknemer is afgesproken dat er vakantiedagen zouden worden afgeschreven. Zoals uit de geschetste regels blijkt, is de instemming van een zieke werknemer om ziektedagen als vakantiedagen aan te merken wel nodig.

Geen afspraak gemaakt

Nu niet is gesteld of gebleken dat de werkgever met de werknemer de afspraak heeft gemaakt dat de collectieve bedrijfssluitingen ook tijdens zijn ziekte zouden worden aangemerkt als vakantie, ligt de vordering van de werknemer tot betaling van vakantiedagen voor toewijzing gereed.

De werkgever heeft geen ander verweer gevoerd tegen de vordering tot betaling van vakantiedagen dan dat deze al zouden zijn opgenomen tijdens de collectieve bedrijfssluitingen.

De werkgever heeft geen verweer gevoerd tegen het gevorderde aantal verlofuren en de waarde van een verlofuur (het uurloon plus vakantiegeld). De kantonrechter wijst daarom het gevorderde bedrag van € 2.328,77 bruto toe.

Wettelijke verhoging en rente

De werknemer heeft de wettelijke verhoging gevorderd over het bedrag van het verlofsaldo. De kantonrechter overweegt dat de wettelijke verhoging is bedoeld als prikkel voor de werkgever om het loon tijdig te betalen.

De werkgever heeft het verlofsaldo in het kader van de eindafrekening niet betaald omdat er tussen partijen een geschil bestond over de verschuldigdheid daarvan. Hoewel de werkgever achteraf ongelijk krijgt, was het standpunt niet op voorhand onhoudbaar. Ook gaat het hier niet om de maandelijkse loonbetaling, maar om uitbetaling van verlofsaldo in het kader van de eindafrekening. De kantonrechter ziet in deze omstandigheden aanleiding om de wettelijke verhoging te matigen tot 10%.

De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar. Partijen zijn het er over eens dat uiterlijk 10 mei 2024 de eindafrekening had moet zijn voldaan. Daarom is de wettelijke rente over het verlofsaldo vanaf die datum toewijsbaar.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, ECLI:NL:RBZWB:2025:82

Categorie: Nieuws Tags: verlof

Tags: verlof

Gerelateerde artikelen

30 oktober 2024

Opgenomen vakantiedagen tijdens ziekte mogen niet worden afgeschreven

10 april 2024

Kabinet presenteert scenario’s voor vereenvoudiging verlofstelsel

5 februari 2024

Mazars: ‘Individuele verlofwensen ondervangen in één wet lijkt onmogelijk’

12 januari 2024

SER: verlofstelsel moet via nieuwe wet overzichtelijker worden

Docenten

Willem Veldhuizen
Léon de Jager
Anne Opbroek
Hannah van der Schrier
Wilbert Nieuwenhuizen
Ron Mulder
Janita Klomp
Joep Swinkels
Marja van den Oetelaar
Bram Lemmens
Heleen Elbert
Bob de Koning
Imke Bos
Derwish Rosalia
Albert Heeling
Bob van Leeuwen
Kees Beishuizen
Joost Severs
Chris Dijkstra
jan wietsma
Jan Wietsma
Geert Witlox
Guney Bagislayici
Ruben Stam
Ruben Stam
Patrick Wille
Rohalt Janssens
Debby Kettler
Debby Kettler
Martijn Bedaux
Kirsten Kievit
Hans Tabak
Jeroen Knol
Almer de Beer
Almer de Beer
Carolien Janssen
Kirsten Roskam
Herman van Kesteren
Erik van Toledo
Saskia Jacobsen
Martine Cranendonk
Ewoud de Ruiter
Martin de Graaf
Barry Willemsen
Pieter Kok
John Bult
Ruben Stam
Bernard Schols
Martijn Paping
Martijn Paping
Roger van de Berg
Casper Mons
Ludo Mennes
Teunis van den Berg
Edwin de Witte
Frans Sijbers
Koert van Loon
Chanien Engelbertink
Alex Schrijver
Hanneke Kroonenberg
Arnaud Booij

Blogs

  • Notaris kon btw op kosten niet volledig aftrekken! 16 weergaven

  • Goede doelen en btw; 5 tips waar je als goed doel aan moet denken 13 weergaven

  • OSS en de USA ondernemer: de O staat voor onmogelijk 10 weergaven

  • Verlegging van invoer-btw in Nederland: van vooruitstrevend naar achter de feiten aan lopen 7 weergaven

Fiscaal Vanmorgen (FV) is het platform voor belastingadviseurs, fiscalisten, accountants en iedereen die geïnteresseerd is in fiscale opleidingen en fiscaal nieuws.

Fiscaal Vanmorgen is een uitgave van MOCuitgevers Vanmorgen.

 

Categorie

  • Opleidingen
  • Summercourse
  • E-learnings
  • Incompany
    • Incompany gemeenten
  • Docenten
    • Blogs
  • Nieuws
  • Specialisten
  • Dossiers
  • Vacatures
    • Kantoren
    • Carrière

Info

  • Over ons
  • Contact
  • Algemene voorwaarden MOCuitgevers Vanmorgen
  • Annuleringsvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • LinkedIn
  • Facebook
  • Twitter
  • Mail
Cookies
Om u beter van dienst te kunnen zijn, maakt Fiscaal Vanmorgen gebruik van cookies.
  • Ik ga akkoord
  • Instellingen
  • Functionele cookies zijn noodzakelijk voor de werking van deze website
  • We gebruiken Google Analytics, netjes geanonimiseerd
  • Annuleren
  • Ik ga akkoord

Instellingen