
De brancheorganisatie stelt dat de belasting, die wordt geheven op basis van de CO₂-uitstoot van voertuigen, steeds minder relevant wordt door de opmars van elektrische auto’s. Met de aangekondigde hervorming van de autobelastingen door het kabinet ziet BOVAG dit als het ideale moment om de bpm definitief uit te faseren.
Historisch lage opbrengsten en fraudegevoeligheid
De opbrengsten uit bpm zijn door de afname van CO₂-uitstotende voertuigen sterk gedaald. Waar de bpm-opbrengst ooit meer dan drie miljard euro bedroeg, zal deze naar verwachting in 2035 nog slechts 500 miljoen euro zijn, wanneer alle nieuwe auto’s emissieloos zijn. Tegelijkertijd blijft de uitvoer van de bpm complex en fraudegevoelig.
Met name bij de import van voertuigen wordt veel gefraudeerd, bijvoorbeeld door schade aan voertuigen te overdrijven om zo een lagere bpm-heffing te verkrijgen. Dit leidt tot een grote stroom bezwaar- en beroepszaken, die een zware last vormen voor zowel de Belastingdienst als de rechtspraak.
Grote druk op Belastingdienst en rechtspraak
Momenteel werken ongeveer 150 medewerkers van de Belastingdienst aan de uitvoering van de bpm, waarvan een aanzienlijk deel van de capaciteit wordt besteed aan het afhandelen van juridische procedures. Bijna 45 procent van alle nieuwe belastingzaken bij de rechtbank in 2023 had betrekking op bpm, terwijl de belasting zelf slechts een fractie van de totale rijksbelastingopbrengsten vertegenwoordigt. Volgens de Raad voor de Rechtspraak dreigt deze situatie de belastingrechtspraak te verlammen.
Daarnaast lopen de kosten van de handhaving steeds verder op, mede door digitaliseringsproblemen en beperkte personele capaciteit. Volgens schattingen van de Amsterdamse recherche loopt de staat hierdoor dagelijks zeker één miljoen euro mis.
Verouderd wagenpark door hoge autoprijzen
Niet alleen de uitvoeringsproblemen, maar ook de invloed op de consumentenmarkt is volgens BOVAG een reden om bpm af te schaffen. Door de hoge aanschafprijzen van nieuwe auto’s, mede veroorzaakt door de bpm, kunnen minder Nederlandse huishoudens een nieuwe auto kopen. Hierdoor heeft Nederland een van de oudste wagenparken van West-Europa, wat vernieuwing en verduurzaming van het wagenpark tegenwerkt.
Oproep tot structurele verandering
BOVAG-directeur Peter Niesink benadrukt dat het pleidooi geen oproep tot belastingverlaging is, maar een herziening van het belastingstelsel: “De bpm-opbrengst zal op termijn grotendeels verdwijnen. Het is logisch om nu al in te zetten op een eerlijker systeem waarin we betalen voor gebruik in plaats van aanschaf en bezit.”
Tegelijkertijd waarschuwt hij voor politieke plannen die juist het tegenovergestelde beogen, zoals verhoging van de bpm op brandstofauto’s en zelfs het belasten van elektrische voertuigen. Dit zou de verjonging van het wagenpark remmen en de huidige problematiek van de bpm in stand houden.
“Onze oproep is helder: blaas de bpm niet nieuw leven in, maar zorg voor een duidelijke uitfasering. Daar profiteert niet alleen de overheid van, maar ook de consument, de sector en het klimaat,” aldus Niesink.
Bron: BOVAG