Fiscale informatie over individuele belastingplichtigen valt onder de fiscale geheimhoudingsplicht van de Belastingdienst, maar tijdens de behandeling van het pakket Belastingplan 2025 vroeg Kamerlid Stultiens (Groenlinks/PvdA) naar de mogelijkheden om informatieverstrekking in het kader van belastingontwijking onder deze fiscale geheimhoudingsplicht te verruimen.
Goed voor compliance
De fiscale geheimhoudingsplicht is strikt vormgegeven: alle fiscale informatie over en van een individuele belastingplichtige valt hieronder, schrijft Van Oostenbruggen. “De fiscale geheimhoudingsplicht beschermt niet alleen de privacy van belastingplichtigen, maar zorgt er ook voor dat belastingplichtigen niet terughoudend zijn in het delen van vertrouwelijke informatie met de Belastingdienst, wat de compliance en belastingheffing als geheel ten goede komt.”
Belang geheimhouding bijna altijd groter
Maar goede informatieverstrekking is ook van belang, aldus de staatssecretaris, niet alleen aan het parlement, maar ook aan derden zoals de media. “Het belang van de fiscale geheimhoudingsplicht kan wringen met het belang van een goede informatieverstrekking, waardoor deze belangen per geval tegen elkaar afgewogen moeten worden.” Bij openbare informatieverstrekking aan het parlement valt de belangenafweging in principe hetzelfde uit als bij openbare informatieverstrekking aan derden. “Er zijn slechts weinig gevallen waarin het belang van het parlement bij openbare informatievoorziening zal opwegen tegen de belangen van geheimhouding.”
Er kan wel worden gekozen voor het vertrouwelijk verstrekken van informatie, bijvoorbeeld in de vorm van een besloten en vertrouwelijke technische briefing, of in de vorm van het vertrouwelijk ter inzage leggen van stukken. “Dat neemt niet weg dat ook bij vertrouwelijke informatieverstrekking aan het parlement enige inbreuk wordt gemaakt op de belangen van geheimhouding, waardoor per geval de gemoeide belangen zorgvuldig tegen elkaar afgewogen dienen te worden.”
Kaders niet aangepast
Andere landen hanteren een vergelijkbare werkwijze, zo heeft de overheid in 2023 laten onderzoeken. Dat was toen reden om het geheimhoudingsbeleid niet te versoepelen. “In dit geval staan de belangen van de fiscale geheimhoudingsplicht soms tegenover de belangen van een goede informatievoorziening aan de maatschappij of aan het parlement. Om recht te kunnen doen aan beide belangen moet de mogelijkheid bestaan om de belangen per geval tegen elkaar te kunnen afwegen. Het huidige wettelijke kader en beleid geven mij die mogelijkheid, waardoor ik van mening ben dat er geen reden is tot
het aanpassen van deze kaders. Tevens zie ik geen reden om informatieverstrekking onder de fiscale geheimhoudingsplicht te verruimen, met oog op het grote maatschappelijke belang dat gediend wordt met de fiscale geheimhoudingsplicht.”
Dat mensen begrijpen hoe de complexe belastingregels werken, vindt Van Oostenbruggen wel cruciaal voor het draagvlak. “De Belastingdienst werkt daarom continu aan laagdrempelige informatievoorziening over het fiscale stelsel op zijn website. Ook worden sinds 2023 de kennisgroepstandpunten van de Belastingdienst op zo laagdrempelig mogelijke wijze openbaargemaakt.”
Technische briefings
De focus in die informatievoorziening ligt op de belastingregels die op grote groepen belastingplichtigen van toepassing zijn. “In sommige situaties is deze algemene fiscale informatie die voor grote groepen
belastingplichtigen van toepassing is, onvoldoende. Dit is bijvoorbeeld het geval als specifieke belastingconstructies besproken worden in de media of complexe fiscale regels om andere reden toelichting behoeven. In deze informatiebehoefte naar meer complexe of specifieke fiscale aangelegenheden wordt onder andere voorzien door het organiseren van openbare technische briefings, waarbij het kabinet een toelichting geef op de relevante onderwerpen en Kamerleden daarover vragen kunnen stellen.”
Rulings
Over rulings worden jaarverslagen gepubliceerd en de rulingpraktijk wordt jaarlijks beoordeeld door een rulingcommissie. “Voor wat betreft de rulingpraktijk zijn er weinig landen die méér transparantie bieden dan Nederland.” Er wordt bekeken in hoeverre rulings met natuurlijke personen die vanaf 1 januari 2026 binnen EU-lidstaten uitgewisseld worden op basis van Richtlijn (EU) 2023/2226 (DAC8), op dezelfde wijze geanonimiseerd openbaar gemaakt kunnen worden als grensoverschrijdende rulings met entiteiten.
Geen processuele informatie in individuele zaken
Informatie over individuele belastingplichtigen wordt in principe niet openbaar gemaakt onder de fiscale geheimhoudingsplicht omdat de inbreuk op diens privacybelang en het indirecte belang van de staat bij geheimhouding onevenredig groot zou zijn in verhouding tot het te bereiken doel. “Dit beleid wordt niet anders op het moment dat een belastingplichtige zelf de openbaarheid opzoekt, of als een belastingplichtige in het kader van belastingontwijking of -ontduiking wordt besproken in de media.”
Van Oostenbruggens voorganger Idsinga wilde bezien of het verstrekken van processuele informatie in individuele dossiers mogelijk een vorm van informatieverstrekking is die de belangen van geheimhouding niet onevenredig schaadt. Maar de staatssecretaris vindt de mogelijke voordelen beperkt. “Daarnaast zijn onder andere de glijdende schaal en de mogelijke onvoorziene impact voor belastingplichtigen reden om geen verder vervolg te geven aan deze verkenning. Met oog op bovenstaande belangen zie ik geen reden om het beleid op het gebied van openbare verstrekking van informatie over individuele belastingplichtigen aan te passen.”
