De Belastingdienst wijst ondernemers op de BTW-regeling rondom het privégebruik van de zakelijke auto. Deze post komt traditioneel voor bij de laatste BTW-aangifte over het voorafgaande jaar.
Voor personenauto’s of bestelauto’s die tot het bedrijfsvermogen worden gerekend, kan de BTW op aanschaf, onderhoud en gebruik worden afgetrokken. Dat geldt voor zover de auto wordt gebruikt voor belaste omzet. Wordt een auto – zoals een leaseauto – ook privé gebruikt, dan moet voor het privégebruik BTW worden betaald. Ook woon-werkverkeer geldt als privégebruik.
Kilometeradministratie
De vaststelling van het privégebruik is afhankelijk van de vraag of de gebruiker een kilometeradministratie bijhoudt. Is dat het geval, dan betaalt de ondernemer BTW over het werkelijke privégebruik op basis van de verhouding tussen zakelijk gebruik en privégebruik. De Belastingdienst heeft een rekenhulp om te bepalen welk bedrag aan BTW moet worden betaald.
Is er geen kilometeradministratie, dan moet de ondernemer de BTW voor het privégebruik vaststellen op 2,7% van de catalogusprijs van de auto, inclusief BTW en BPM. Dat geldt ook voor leaseauto’s.
Afwijkend boekjaar
Bedrijven die een boekjaar hebben dat langer is dan 1 jaar, moeten de BTW voor het privégebruik opnemen in de laatste aangifte van het kalenderjaar waarin het privégebruik plaatsvindt. Vindt het privégebruik plaats later dan 4 jaar na het jaar waarin de auto in gebruik is genomen, dan geldt een percentage van 1,5% van de catalogusprijs van de auto, inclusief BTW en BPM. Dat lagere percentage geldt ook als de auto is gekocht zonder aftrek van BTW.
Maakt de ondernemer deel uit van een samenwerkingsverband, zoals een maatschap of vof, dan kan bij privé-aanschaf van een auto onder voorwaarden de 2,7%- of 1,5%-regeling worden toegepast.
Bijdrage privégebruik
Het kan zijn dat het personeel een bijdrage voor privégebruik betaalt. Is dat bedrag niet kostendekkend, dan moet de ondernemer btw betalen over de uitgaven die hij heeft gemaakt voor het privégebruik van de auto. De Belastingdienst geeft aan dat er ook voor mag worden gekozen om voor het privégebruik 2,7% of 1,5% van de cataloguswaarde op te nemen in de aangifte over het laatste belastingtijdvak van het jaar. “In dat geval betaalt u geen BTW over de aan het personeel in rekening gebrachte bedragen.”
Is de BTW over het bedrag dat aan het personeel wordt berekend meer dan de BTW die geldt volgens de 2,7%- of 1,5%-regeling, dan moet BTW worden betaald over de in rekening gebrachte bedragen. De ondernemer kan dan de 2,7- of 1,5%-regeling niet toepassen. Voor zakelijk gebruik van privéautos van werknemers geldt geen BTW-aftrek.