Bij een regeling met wasmiddelenproducent Procter & Gamble (P&G) over een fiscaal voordeel van 169 miljoen dollar lijkt de Belastingdienst niet de juiste procedures te hebben gevolgd.
Vaststellingsovereenkomst
De ruling werd niet voorgelegd aan het APA/ATR-team, dat bij de fiscus de afspraken met multinationals behandelt. Het team moet vervolgens een bindend advies geven, waarbij partijen in een vaststellingsovereenkomst argumentatie, reikwijdte en looptijd vastleggen.
Brief
Voor P&G was een brief waarbij de verplichte punten zijn overgeslagen voldoende, de benodigde overeenkomst was er niet. De inspecteur ondertekende de brief op verzoek van PwC, terwijl er twee handtekeningen gezet hadden moeten worden.
Ruling
De ruling heeft betrekking op de vrijstelling van belasting voor een P&G-dochter op de Kaaimaneilanden, die aandeelhouder was in een Nederlands bedrijf. Het is voor het eerst dat een ruling met een multinational openbaar is geworden. De regeling uit 2008 kwam na onderzoek van Trouw en het FD naar de Paradise Papers boven water.