Ondernemen met de stille maatschap is het beperken van risico’s
Ondernemen met een stille maatschap werkt als volgt. De besloten vennootschap en de DGA richten gezamenlijk een stille maatschap op. De DGA krijgt vanuit de maatschap een winstaandeel en hoeft slechts met een beperkt salaris van de besloten vennootschap rekening te houden omdat de werkzaamheden voor de besloten vennootschap beperkt in omvang zijn. Naar de buiten wereld toe is de besloten vennootschap de opdrachtnemer.
De stille maatschap heeft verschillende voordelen ten opzichte van het gebruik van een BV met de vennootschap onder firma. Een van de voordelen is dat de DGA niet verder aansprakelijk is dan zijn eigen aandeel. Als er sprake is van een vrije beroepsbeoefenaar hoeft de stille maatschap niet ingeschreven te worden in het handelsregister. Dit omdat de vrije beroepsbeoefenaar geen onderneming drijft (in civielrechtelijke zin).
Een aandachtspunt is de vermogensetiketting
Een aandachtspunt is de vermogensetikettering. Als de besloten vennootschap geen andere activiteiten heeft dan het houden van het aandeel in de maatschap, is het risico aanwezig dat de Belastingdienst zal stellen dat de aandelen verplicht op de ondernemingsbalans in box 1 thuishoren. Als dat gebeurt zal er dubbele belastingheffing optreden, omdat er op het niveau van de besloten vennootschap ook al winstbelasting is betaald. Om de verplichte etikettering als ondernemingsvermogen te voorkomen, zal de besloten vennootschap ook andere vermogensbestanddelen moeten hebben.
De vrije beroepsbeoefenaar
Voorgaande werkt alleen als er sprake is van een vrije beroepsbeoefenaar. Die groep is groter dan alleen de accountant, notaris of de advocaat. Uit rechtspraak is duidelijk geworden dat voor vrije beroepsbeoefenaren geldt dat de omzet meestal bestaat uit een tegenprestatie voor verrichte diensten. Dat de persoonlijke kundigheid hierbij voorop staat en het aangewende kapitaal minder prominent aanwezig is. Aan deze eis zullen veel zzp’ers voldoen.
Voor wie de voordelen wil genieten van de IB-onderneming, maar zijn aansprakelijkheid wil beperken vormt de stille maatschap een mooie kans. Wellicht kunnen IB-ondernemers die nu lastig aan opdrachten komen door de invoering van de Wet DBA zich gezamenlijk organiseren en door het gezamenlijk oprichten van de stille maatschap met een besloten vennootschap nieuwe opdrachten binnenhalen. Zij kunnen als samenwerkingsverband samen optrekken, maar de risico’s voor henzelf beperkt houden.
Ewoud de Ruiter is fiscaal jurist en directeur van 3RRR Belastingadviseurs bv. Dit artikel is ook verschenen op ZipConomy.nl.
Wilt u meer weten over dit onderwerp? Op 24 mei 2018 geeft Ewoud de Ruiter de cursus “De terugkeer uit de BV naar de IB-onderneming”. Klik hier voor meer informatie.