Ook een belastinginspecteur schrijft wel eens met de vork. In een geschil over de waardering van een bedrijfspand leidde dat tot een vergissing van een anderhalve ton in euro’s. Vergissen is menselijk en geen reden om een navordering dan naar de prullenbak te verwijzen, vindt Hof Amsterdam.
Een IB-ondernemer stopte haar zaak en hevelde haar bedrijfspand over naar haar privévermogen. Het pand stond op de balans voor € 23.357 en was volgens de vrouw € 138.225 waard. De inspecteur wees erop dat uit een taxatie bleek dat het pand € 345.000 waard is en dat de aangifte daarom zal worden gecorrigeerd.
Kans verkeken?
In de aanslag stond echter een waardering van € 206.775, precies het verschil tussen de getaxeerde waarde en de aangegeven waarde. De aanslag is vervolgens opgelegd naar deze onjuiste berekening. Mocht de inspecteur nu nog navorderen of was zijn kans verkeken, zoals de vrouw vond? De te weinig geheven belasting bedroeg 30% of meer van de wettelijk verschuldigde belasting. Het administratiekantoor dat de onderneemster hielp had op zijn klompen ook wel kunnen aanvoelen dat er sprake was van een ‘overnamefout’ vond de rechtbank, en het Hof nam dat over. Van een professionele (fiscale) bijstandsverlener mag in redelijkheid worden verwacht dat deze bij kennisneming van de aanslag de te betalen belasting vergelijkt met de belasting die verschuldigd zou zijn met inachtneming van de aangekondigde winstcorrectie, aldus het Hof.
Geen heffingsrente
De inspecteur wilde in het hoger beroep ook niet de beroerdste zijn en stelde dat de heffingsrente alsnog mocht vervallen. Het beroep van was volgens het Hof dan ook slechts gegrond in verband met het vervallen van de heffingsrente. En de griffiekosten hoefde ze evenmin te betalen.