Een hypotheekadviseur moet een klant € 45.000 betalen vanwege een fiscale blunder, zo heeft het financiële klachteninstituut Kifid bepaald. De adviseur was vergeten op het aanvraagformulier aan te geven dat de al bestaande Kapitaalverzekering Eigen Woning (KEW) moest worden behouden bij het omzetten van de lening. Daardoor wordt de verzekering tot het eind van de looptijd in box 3 belast.
De hypotheekadviseur zet in 2012 voor een klant een spaarhypotheek om naar een andere productvariant. De verzekering moet wel blijven kwalificeren als KEW, zodat die in box 1 zou vallen. De adviseur dient de aanvraag in, maar vult bij de vraag ‘is deze verzekering een kapitaalverzekering eigen woning?’ geen antwoord in. De klant en de adviseur ondertekenen beiden het formulier en de hypotheek wordt omgezet.
Fout vijf jaar later ontdekt
In 2017 wil de klant zijn hypotheek opnieuw wijzigen. Hij ziet dan dat de verzekering niet meer als KEW geldt en in box 3 wordt belast. Hij stelt de adviseur aansprakelijk voor de schade. De adviseur stelt op zijn beurt dat de gevolmachtigde via wie hij de hypotheek heeft omgezet, een fout heeft gemaakt. Bovendien heeft de klant zelf het formulier getekend, werpt de adviseur tegen. Hij had zelf al eerder kunnen opmerken dat de polis geen KEW meer was.
Controle ten onrechte niet gedaan
Kifid gaat niet mee in de redenering van de adviseur. Hij heeft ten onrechte nagelaten om bij de desbetreffende vraag op het aanvraagformulier aan te kruisen dat de verzekering een KEW was, aldus de geschillencommissie. ‘Anders dan adviseur meent kan het feit dat de verzekering niet meer als KEW is aangemerkt niet aan gevolmachtigde worden verweten. Gevolmachtigde heeft immers niet meer of minder gedaan dan hetgeen op grond van het
aanvraagformulier van haar werd gevraagd.’ Het is voor rekening van de adviseur dat hij ten onrechte niet heeft gecontroleerd of de door de gevolmachtigde op basis van het aanvraagformulier afgesloten verzekering wel voldeed aan de wensen van de klant. Die had zelf niet hoeven opmerken dat de omzetting niet conform zijn wens was verlopen. ‘Consument mag er immers op vertrouwen dat de door hem daarvoor ingeschakelde adviseur, als de bij uitstek deskundige partij, de aan hem verstrekte opdracht juist en naar behoren uitvoert.’
Schade geschat
De adviseur is tekortgeschoten in de zorgplicht en moet de schade vergoeden. Die bestaat uit fiscaal nadeel tot en met 2040, door de klant begroot op € 61.247. Maar Kifid overweegt dat de schade zich nog grotendeels moet manifesteren, waarbij onder meer de toekomstige wijzigingen van het belastingstelsel, de rente en de inkomenssituatie van de klant onzeker zijn. Er moet dus worden geschat en het klachteninstituut bepaalt die schatting op € 45.000.