De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs heeft nog altijd vraagtekens bij enkele fiscale noodmaatregelen die het kabinet heeft getroffen. De Orde ziet een aantal onduidelijkheden rond de aanvraag voor uitstel van betaling en de melding betalingsonmacht bij de Belastingdienst en mogelijke knelpunten op het gebied van BTW en loonheffingen. Dat meldt de NOB in een brief aan het ministerie van Financiën waarin de belastingadviseurs reageren op de door het kabinet aangekondigde maatregelen vanwege de coronacrisis.
Zorg over postbezorging
De NOB spreekt in de brief ook haar zorg uit dat het verzenden van verzoeken en meldingen per post de komende tijd lastig is voor veel bedrijven en intermediairs, gelet op de berichtgeving van PostNL dat de postverzending de komende tijd vertraging zal oplopen. Om die reden vraagt de Orde aandacht voor de mogelijke consequenties hiervan en of bijvoorbeeld het openstellen van een algemeen e-mailadres – waar de verzoeken en meldingen kunnen worden ingediend – kan bijdragen aan de oplossing van deze problemen.
Het NOB-commentaar in de brief:
Uitstel van betaling
Van alle maatregelen leidt de zeer welkome versoepeling van de aanvraag voor uitstel van betaling tot de meeste vragen. Het voorziet in een urgente behoefte van ondernemers die in liquiditeitsproblemen zijn gekomen of zullen komen, om de coronacrisis door te komen.
Veel ondernemers vragen wanneer uitstel van betaling – met name voor btw en loonheffingen – moet worden aangevraagd. De twijfel is daarbij tussen het moment van afdracht of het moment dat een naheffingsaanslag is opgelegd (artikel 19 en 20 AWR). Op de website van de Belastingdienst is terecht aangegeven dat uitstel kan worden aangevraagd wanneer de aanslag is opgelegd, zowel voor aanslag- als afdrachtbelastingen; een invorderingstitel ontstaat immers pas op het moment dat een belastingaanslag wordt opgelegd. Uitstel van betaling hoeft dus nog niet aangevraagd te worden op het moment dat er aangifte omzetbelasting of loonheffing gedaan wordt, maar niet op aangifte betaald kan worden. Voor veel ondernemers lijkt dit niet duidelijk. Bevestiging hiervan zou deze ondernemers de gewenste duidelijkheid verschaffen. Daarnaast is een aandachtspunt of het gebruik maken van deze uitstelregeling impact zal hebben op het afgeven door de Belastingdienst van verklaringen goed betalingsgedrag.
Ondernemers die zich genoodzaakt zien gebruik te maken van de drie maanden uitstel van betaling, zullen veelal na afloop van het uitstel nog niet in staat zijn om de op dat moment de facto dubbele lasten te voldoen. De Orde geeft u dit knelpunt – waar nu vanuit de praktijk al veel vragen over worden gesteld – graag mee. De Orde vraagt begrip hiervoor en verzoekt het kabinet om nu alvast na te denken over hoe deze ‘dubbele-lasten-problematiek’ te zijner tijd kan worden opgelost teneinde te vermijden dat (op zich levensvatbare) ondernemers dan alsnog bezwijken onder hun financiële lasten.
Bestuurdersaansprakelijkheid en melding betalingsonmacht
De melding betalingsonmacht moet gedaan worden uiterlijk 2 weken na het moment waarop de belasting op aangifte voldaan of afgedragen had moeten worden. Als – ter zake van btw en loonheffingen – op aangifte niet wordt betaald, volgt pas (veel) later de naheffingsaanslag. Dat is pas het moment waarop een verzoek om bijzonder uitstel van betaling kan/hoeft worden gedaan. Dit leidt in de praktijk voor veel ondernemers tot vragen en onduidelijkheid.
Met name in relatie tot de melding betalingsonmacht, merken wij op dat bij een aangiftetijdvak voor de loonheffingen van 4 weken de termijn voor aangifte en betaling nu al is verlopen. Deze termijn vervalt eerder dan de termijn voor het doen van aangifte over het tijdvak van een maand. Voor deze ondernemers moet dus snel duidelijkheid komen. Immers, de termijn van twee weken voor het doen van een dergelijke melding loopt reeds.
- Kunt u aangeven of het vereist is dat ondernemers een melding betalingsonmacht (artikel 36 Invorderingswet 1990) doen wanneer zij als gevolg van de coronacrisis in liquiditeitsproblemen verkeren, of kan de melding betalingsonmacht achterwege blijven? De Orde geeft in dit kader in overweging artikel 36 Invorderingswet 1990 tijdelijk buiten werking te stellen, zodat gedurende deze beperkte periode melding van betalingsonmacht niet aan de orde is en ondernemers alleen moeten verzoeken om bijzonder uitstel van betaling.
- Indien separate melding van betalingsonmacht niettemin vereist blijft, wordt hier dan specifiek in verband met de coronamaatregelen soepel mee omgegaan of moet de aanleiding voor deze melding uitgebreid worden toegelicht? De Orde kan zich in dit kader voorstellen dat de enkele verwijzing naar de coronacrisis kan volstaan.
- Als toch een melding betalingsonmacht moet worden gedaan, kunt u dan bevestigen dat als gevolg van deze melding niet direct stappen worden ondernomen jegens de belastingplichtige/inhoudingsplichtige, zoals het leggen van beslag op vermogensbestanddelen?
- Als een melding betalingsonmacht moet worden gedaan, kwalificeert deze melding dan tegelijk als een verzoek om bijzonder uitstel van betaling (ook al is de betreffende naheffingsaanslag nog niet opgelegd)?
Btw en loonheffingen
Voor de specifieke aandachtspunten ten aanzien van btw en loonheffingen verwijst de Orde graag naar bijlage 1 (btw) en bijlage 2 (loonheffingen) bij deze brief.
Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW)
Vennootschappen die op cost plus-basis worden beloond, lopen bij het aanvragen van NOW potentieel aan tegen de vraag of überhaupt wel sprake kan zijn van een relevante omzetdaling. Als de werknemers immers in dienst blijven en daarmee dus ook het kostenniveau niet wijzigt, blijft de cost plus-beloning in beginsel ook in stand. De Orde vraagt aandacht voor situaties waarin de vennootschap geen prestaties meer verricht. In dergelijke situaties zou met betrekking tot de omzet voor de NOW niet meer standaard alle kosten in de berekening van de cost plus moeten worden meegenomen. Als bijvoorbeeld 90 procent van de productie wegvalt, valt er veel voor te zeggen dat voor de NOW ook rekening gehouden moeten worden met een daling van de omzet.
De volledige brief inclusief bijlagen. (pdf)
Lees alles over Corona & accountancy op de themapagina corona van Accountancy Vanmorgen.
Bron: NOB