Een belastingadviseur die op grote schaal onjuiste aangiften heeft ingediend, hoeft niet op te draaien voor de extra arbeidskosten die de fiscus heeft gemaakt op de aangiften te controleren. Dat heeft de Hoge Raad geoordeeld.
Een belastingadviseur doet voor zijn klanten opzettelijk een groot aantal onjuiste aangiften inkomstenbelasting/premieheffing volksverzekeringen over de jaren 2007 tot en met 2009. Daardoor hebben zijn klanten onterechte belastingteruggaven gekregen. De man is al strafrechtelijk veroordeeld wegens oplichting en valsheid in geschrift.
Duizenden aangiften gecontroleerd
De Belastingdienst gaat naar de rechter: die wil een schadevergoeding van de man op grond van onrechtmatige daad. Zijn computer bevatte ruim 4.000 aangiften, waarvan er 3.697 inhoudelijk zijn beoordeeld. Dat kostte veel extra werk: controleren van de aangiften, onder meer door bewijsstukken op te vragen en te controleren, het corrigeren van de aangiften, met vaststelling van een gewijzigde aanslag dan wel oplegging van een navorderingsaanslag en het invorderen van de aanslagen. In totaal bedraagt de schadepost volgens de fiscus € 1.962.134. Daarvan bestaat een kleine vier ton uit arbeidsuren. De Belastingdienst wil ook een schadevergoeding in verband met de onmogelijkheid van verhaal van ten onrechte uitgekeerde bedragen.
De rechtbank geeft de fiscus gelijk, behalve op het punt van de extra arbeidskosten: vergoeding daarvan is publiekrechtelijk uitgesloten en verhaal langs privaatrechtelijke weg zou neerkomen op een onaanvaardbare doorkruising van deze publiekrechtelijke regeling. Ook het gerechtshof oordeelt op die manier.
Controlekosten zijn normale kosten
De zaak komt voor de Hoge Raad. Die stelt allereerst vast: ‘De kosten van controle en correctie van belastingaangiften en van invordering van aanslagen behoren tot de normale kosten van de belastingheffing. Deze plegen van oudsher niet bij individuele belastingplichtigen in rekening te worden gebracht, maar te worden voldaan uit de algemene middelen. In geval van opzettelijk onjuiste aangiften kunnen deze kosten hoger uitvallen, hetgeen leidt tot meerkosten, waarvan de Staat in dit geval vergoeding vordert.’
Meerkosten niet wettelijk geregeld
De wet voorziet zaken als fiscale boetes strafrechtelijke maatregelen bij het opzettelijk doen van onjuiste aangifte. ‘In het verhaal van de meerkosten waarvan de Staat in dit geval vergoeding vordert, is echter niet voorzien.’ Meerkosten kunnen wel worden verhaald wanneer een belastingplichtige in gebreke blijft het verschuldigde tijdig te betalen. ‘Als de wetgever verhaal van de onderhavige meerkosten wenselijk had geacht, had het voor de hand gelegen dat hij hiervoor een regeling had getroffen die een uniforme berekening, vaststelling en invordering van deze kosten mogelijk maakt, en waarborgt dat verhaal van die kosten, waar nodig, is afgestemd op de uitoefening van andere bevoegdheden die de Staat in dit verband heeft, ook jegens derden.’ Maar dat is niet het geval. Verhaal van de meerkosten langs publiekrechtelijke weg is uitgesloten en daarmee zou verhaal privaatrechtrechtelijke grondslag een onaanvaardbare doorkruising vormen van de publiekrechtelijke regeling van de belastingheffing en – invordering, oordeelt de Hoge Raad in lijn met de eerdere oordelen.
Geen onderscheid te maken
Het argument dat het hier gaat om het op grote schaal en systematisch opzettelijk onjuiste aangiften doen, vindt geen gehoor. ‘Er bestaat geen grond om voor dit geval een uitzondering te maken. Daarbij is mede van belang dat tussen het geval dat zich hier volgens de Staat voordoet en andere gevallen van opzettelijk onjuiste aangifte, geen duidelijk en in de praktijk eenvoudig te hanteren onderscheid valt te maken.’
Uitspraak: ECLI:NL:HR:2020:890