Faciliteer in deeltijd thuiswerken van werknemers, maak spreiding van arbeidstijden mogelijk en stimuleer fietsgebruik, bepleit de Denktank Coronacrisis. De denktank stelde op verzoek van het kabinet vuistregels op, ter ondersteuning van beleid vanaf 1 september 2020. De vuistregels moeten voorkomen dat na de schoolvakanties iedereen weer tegelijk het OV of de auto gaat gebruiken. De denktank adviseert bij het in deeltijd thuiswerken en spreiden van arbeidstijden rekening te houden met de sector, specifieke omstandigheden en het type werkzaamheden.
De vuistregels zijn gebaseerd op het onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), het Centraal Planbureau (CPB) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Hieruit bleek dat vooral gedeeltelijk thuiswerken, spreiden van arbeidstijden en online-onderwijs positieve effecten hebben op het verminderen van reizen met OV (openbaar vervoer).
1 Thuiswerken
De coronacrisis heeft ertoe geleid dat veel mensen (meer) zijn gaan thuiswerken.
Het kabinet vraagt aan werkenden om in ieder geval tot de herstartfase nog zo veel mogelijk thuis te blijven en thuis te werken. Hierdoor zal de mobiliteitsvraag in de komende maanden beperkt blijven.
Om ook in de herstartfase het OV zoveel mogelijk te ontlasten en de duurzaamheid te bevorderen, adviseert de werkgroep werkgevers en werknemers met elkaar in gesprek te gaan om te kijken of het mogelijk is om een of meer dagen thuis te werken (in deeltijd thuiswerken). Daarbij kan worden gekeken hoe het thuiswerken makkelijker of aantrekkelijker kan worden gemaakt, bijvoorbeeld als niet iedereen beschikt over een gezonde werkplek.
Niet thuiswerken
Veel beroepsgroepen kunnen niet thuis werken, zoals loodgieters, schoonmakers en vrachtwagenchauffeurs. Er bestaat een groot verschil tussen werkenden in verschillende beroepsniveaus, waarbij de hoogste beroepsniveaus vaak wel thuis kunnen werken en de midden en lagere beroepsniveaus bijna niet.
Om rekening te houden met deze verschillen adviseert de werkgroep te differentiëren tussen sectoren en/of functies. Vooral werknemers in sectoren en/of functies waar het thuiswerken makkelijker is en/of al veel wordt gedaan, zoals bij werkenden in de ICT, openbaar bestuur en juridische beroepen, zullen dat blijven doen.
Werkkostenregeling
Werkgevers en werknemers kunnen worden gecompenseerd bij de aanschaf van arbeidsmiddelen om gezond thuiswerken mogelijk te maken. Hierbij kan het gaan om compensaties vanuit de overheid via overheidssubsidie of belastingvoordeel (zoals de werkkostenregeling), voor de aanschaf van bijvoorbeeld
arbeidsmiddelen als een bureau en bureaustoel, een monitor of een snelle internetverbinding.
De werkkostenregeling (WKR) kent een limiet aan de kosten die een werkgever belastingvrij mag compenseren. Deze limiet is in maart 2020 tijdelijk verhoogd om bedrijven tegemoet te komen bij het verschaffen van arbeidsmiddelen voor thuiswerken.
Om thuiswerken verder te stimuleren, zou de tijdelijke verhoging van de WKR omgezet kunnen worden naar een structurele verhoging. Ook zou binnen de WKR een aparte limiet kunnen worden ingesteld voor de vergoeding van kosten in het kader van thuiswerken.
2 Spreiding arbeidstijden
Veel werkenden zijn gebonden aan arbeidstijden die ertoe leiden dat ze in de spits moeten reizen en drukte niet kunnen mijden. Talrijke bedrijven in Nederland zijn ingericht op deze arbeidstijden en ook sectorale collectieve afspraken, zoals cao’s, bevatten regelmatig afspraken over arbeidstijden en de vensters die leiden tot reizen in de spits.
Hierdoor kan een piekbelasting ontstaan in de mobiliteitsvraag waarmee de capaciteit overschreden wordt. Om deze piekbelasting te voorkomen, zouden werkenden hun arbeidstijden meer over de dag kunnen spreiden, zodat de begin- en eindtijden van hun arbeid ertoe leiden dat zij niet in de spits hoeven te reizen.
De werkgroep adviseert werkgevers en werknemers om het gesprek aan te gaan over de mogelijkheden om arbeidstijden te spreiden, bijvoorbeeld door zowel het spreiden van arbeidstijden als het combineren van werk en privé bij het spreiden van arbeidstijden makkelijker te maken. Verdere stimulering kan plaatsvinden door het spreiden gezond te houden en financieel aantrekkelijker te maken.
Sectorafhankelijk
Zeggenschap over arbeidstijden is ook nu nog zeer sectorafhankelijk. 65 procent van werknemers bij de overheid en 57 procent van werknemers in de zakelijke dienstverlening geeft aan zelf de begin- of eindtijd te kunnen bepalen, ten opzichte van 33 procent in het onderwijs, 29 procent in de zorg en 29 procent in de handel, horeca en reparatie.
Om rekening te houden met deze verschillen adviseert de werkgroep te differentiëren tussen sectoren. Werkgevers en werknemers worden gestimuleerd om onderling afspraken te maken over kaders waarbinnen werknemers hun arbeidstijden kunnen spreiden.
3 Fiets stimuleren
Voor een meer flexibel mobiliteitsbeleid en het stimuleren van het flexibel gebruik van verschillende vervoerwijzen kan worden gedacht aan het bevorderen van het gebruik van ander vervoer dan OV en auto, zoals de tweewielers.
Voor het stimuleren van de tweewielers zijn verschillende opties denkbaar:
- Via een belastingvoordeel of subsidie bij de aanschaf van een (elektrische) fiets of een elektrische scooter (milieuvriendelijkheid belangrijk uiteraard).
- Via een reiskostenvergoeding voor de kilometers met de fiets.
- Publieke campagnes (gebruik goede voorbeelden).
- Onderzoek en verbeter het fietsverkeer in stedelijk gebied en investeer in fietspaden en snelfietsroutes om fietsgebruik te stimuleren. Provincies en stadsregio’s hebben een groot aantal snelfietsroutes in de planning. Een Rijksbijdrage zorgt voor versnelling van de realisering en een verdere kwaliteitsverbetering.
- Zorg voor voldoende en goed bereikbare fietsenstallingen.
Fietsmaatregelen invoeren: voordelen voor werkgever en werknemer
_______________________________________________________________________