Doel van de NOW-regeling is onder meer behoud van werkgelegenheid. Bedrijven die noodsteun ontvangen en toch inkrimpen in aantal medewerkers, kunnen bij de definitieve afrekening onaangenaam verrast worden.
Loonsom maatgevend
Als iemand uit dienst treedt, met pensioen gaat of geen contractverlenging krijgt, daalt de loonsom. Dit heeft gevolgen voor de berekening van de definitieve NOW-steun die bedrijven ontvangen. UWV waarschuwt bedrijven daarmee rekening te houden. Voor de eerste NOW-regeling, die liep van maart tot en met mei 2020, keek UWV naar de loonsom van januari 2020. Voor de tweede NOW-regeling, van juni tot en met september 2020, gaat UWV uit van de loonsom van maart 2020. Is de loonsom over januari of maart niet bekend, dan gaat UWV uit van de loonsom in november 2019.
Rekenvoorbeeld
Stel een bedrijf vraagt NOW-subsidie voor de tweede periode aan. Als dit bedrijf in maart 2020 tien medewerkers in dienst die allen 2000 euro verdienen, dan gaat UWV uit van een loonsom van 20.000 euro per maand. De tegemoetkoming is voor vier maanden (€80.000) wat met 40% wordt verhoogd voor aanvullende kosten (€112.000). Is het verwachte omzetverlies 50%, dan neemt UWV 50% van €112.000 euro = €56.000. De tegemoetkoming is 90% van dit bedrag (€ 50.400), het voorschot bedraagt daarvan 80%. De NOW-subsidie komt uit op € 40.320.
Wat gebeurt er als er drie medewerkers uit dienst gaan? De loonsom van deze drie werknemers is € 6000 per maand. Dat is over 4 maanden € 24.000. Na verhoging met 40% voor aanvullende kosten en 90% van dit bedrag resteert een bedrag van € 30.240. Met dit bedrag is de loonsom lager geworden. Dit bedrag wordt afgetrokken van de definitieve tegemoetkomen. Let op: als de loonsom daalt houdt UWV geen rekening meer met een omzetdaling. In het bovenstaande voorbeeld was dat 50%. Het betekent dat bedrijven bij een dalende loonsom wellicht NOW-steun moeten terugbetalen.
In deze video legt UWV het uit: