Advocaat-generaal Ettema is in een conclusie ingegaan op de vraag of aan een fiscale eenheid voor de omzetbelasting een bestuurlijke boete kan worden opgelegd. De A-G komt alles afwegende tot de slotsom dat niet naar analogie van het strafrecht moet worden geconcludeerd dat het opleggen van een verzuimboete op grond van artikel 67c Awr aan een fiscale eenheid omzetbelasting niet mogelijk is.
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2020:1207
In de zaak waar de A-G zich over boog gaat het om een verzuimboete (artikel 67c Awr). In de zaak die bij de Hoge Raad bekend is onder rolnummer 19/03179, waarin de A-G eveneens conclusie heeft genomen, gaat het om een vergrijpboete (artikel 67f Awr).
Naheffingsaanslag omzetbelasting
De Belastingdienst had aan een fiscale eenheid voor de omzetbelasting een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd van € 249.993 en een boete van € 5.278. Bij de rechtbank Gelderland was vervolgens onder meer in geschil of er een wettelijke grondslag bestaat voor het opleggen van een verzuimboete aan de fiscale eenheid. De rechtbank oordeelde dat die grondslag kan worden gevonden in de combinatie van artikel 5:1 Awb en artikel 67c Awr. Het beroep van de fiscale eenheid werd daarom ongegrond verklaard.
Argumenten voor en tegen beboeting
De fiscale eenheid betoogt in sprongcassatie dat het oordeel van de rechtbank in strijd is met het recht, omdat een wettelijke grondslag voor het opleggen van de verzuimboete ontbreekt.
De A-G noemt in de conclusie diverse juridische (maar ook enkele praktische) argumenten voor beboeting van een fiscale eenheid omzetbelasting. Ook tegenargumenten passeren de revue.
Het belangrijkste argument tegen beboeting van de fiscale eenheid kan wat Ettema betreft worden gevonden in het arrest van de Hoge Raad van 20 oktober 2017, nr. 16/05235, waarin de belastingkamer voor de uitleg van artikel 67f Awr in verbinding met artikel 5:1(3) Awb aanknoopt bij de regeling uit het strafrecht. Volgens de strafrechtelijke benadering zijn in voorkomende gevallen de onderdelen van de fiscale eenheid in gezamenlijkheid de normadressaat.
De A-G meent dat uit dit arrest nog niet kan worden afgeleid dat de belastingkamer de weg is ingeslagen van onverkorte aansluiting bij het strafrecht. Alles afwegende komt ze tot de slotsom dat niet naar analogie van het strafrecht moet worden geconcludeerd dat het opleggen van een verzuimboete op grond van artikel 67c Awr aan een fiscale eenheid omzetbelasting niet mogelijk is.