Sinds begin 2013 hebben zeker 260 penningmeesters van een vereniging een greep in de clubkas gedaan, bericht De Groene Amsterdammer na onderzoek. ‘Opvallend vaak werken frauderende penningmeesters als accountant of fiscaal adviseur.’
Volgens het weekblad is met de fraude in totaal meer dan € 40 miljoen gemoeid. ‘Wat te doen om toezicht te houden op stelende schatbewaarders?’, vraagt de Groene Amsterdammer zich af. Er komen voorbeelden voorbij van een voormalig belastingambtenaar die als penningmeester van een Groninger begrafenisvereniging jarenlang verenigingsgeld overmaakt naar zijn eigen bankrekening. Of de Brabantse financieel beheerder van een lokale heemkundekring die spoorloos verdwijnt en uit wanhoop een maand in zijn auto woont. Of een belastingadviseur die de trouwring voor zijn vrouw betaalt van de rekening van een lokale politieke partij.
Lees ook: Accountant zat er warmpjes bij als penningmeester dorpshuis
Verzameling nieuwsberichten
Aanleiding voor het onderzoek was een verzameling van nieuwsberichten, samengesteld door gepensioneerd accountant Maarten den Ouden. Hij heeft het boek De Kascommissiegids geschreven over deze materie. In totaal zijn van 2013 tot en met 2020 bij 273 verenigingen en stichtingen 260 penningmeesters en andere bestuursleden betrapt op zaken als pinnen met de clubpas of het overmaken van geld naar eigen rekening. Gemiddeld verdwijnt zo € 163.000 in de zak van de penningmeester.
Lees ook: Penningmeester verdacht van greep uit kas bij jongerennetwerk
Top van de ijsberg
In ruim driekwart van de gevallen gaat het om een man van in de vijftig. Bovengemiddeld vaak beheert hij de kas van een sportclub, een religieuze of een buurtvereniging. Gemiddeld duurt het 44 maanden voordat de fraude wordt ontdekt. Een deel van de penningmeesters ontloopt een veroordeling, zo lijkt het: de onderzoekers konden 166 strafrechtelijke uitspraken traceren. In 41 gevallen leidde dat tot een celstraf. Volgens Den Ouden is het aantal van 260 fraudeurs nog maar het topje van de ijsberg. ‘Besturen houden veel binnenskamers. Wat in de pers komt is nog niet de helft van wat in de praktijk gebeurt.’ Hij krijgt nog wekelijks vragen van verenigingen en stichtingen.
Geen garantie voor goede boekhouding
In de meeste gevallen is de greep in de kas geen kwaadaardig plan, maar meer ingegeven door geldproblemen: ‘Stelende schatbewaarders zijn in meerderheid mensen met geldzorgen. Soms hebben zij te weinig financiële kennis en raken ze de weg kwijt in hun eigen boekhouding. Ze gebruiken het ontvreemde geld vaak om bijvoorbeeld een slechtlopend bedrijf overeind te houden, of voor dagelijkse uitgaven. Liefst 21 van de penningmeesters zijn gokverslaafd. Opvallend vaak werken frauderende penningmeesters als accountant of fiscaal adviseur. Dat is geen garantie voor een goede boekhouding.’ Den Ouden vindt dat de controle op de kasbeheerders beter moet: ‘Hen wordt ook de gelegenheid geboden. Het zijn mensen. Ze hebben financiële problemen en kunnen in de verleiding komen.’ Iemand zou het hele jaar door moeten meekijken met de penningmeester. ‘Het idee alleen dat iemand kan meekijken maakt de verleiding veel kleiner.’
Lees ook: Verduistering penningmeester opgespoord na controle accountant
Nieuwe wet
De nieuwe Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (Wbtr) zorgt dat bestuurders van amateurverenigingen en -stichtingen voortaan gemakkelijker aansprakelijk kunnen worden gesteld bij een gebrekkige administratie. Dat is volgens hoogleraar ondernemingsrecht Gerard van Solinge van de Radboud Universiteit een verbetering, maar hij ziet ook nog veel achterliggende problemen. ‘Veel hangt af van de kwaliteit van toezichthouders, die de penningmeester controleren. Een accountant ziet de fouten zo. Maar: die accountant moet je vinden.’ En bestuurders kennen de nieuwe regels nog niet: ‘Hun gedrag zal pas veranderen door een paar duidelijke voorbeelden in de rechtspraak.’