Een accountant heeft niet aangetoond dat de Porsche Cayenne waar hij in 2016 in rondreed voor minder dan 500 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt en daarmee is bijtelling terecht, oordeelde de rechtbank Zeeland-West-Brabant onlangs. De door de Belastingdienst opgelegde vergrijpboete werd echter vernietigd. Het enkele feit dat de accountant beroepsmatig aangiften en jaarrekeningen voor anderen verzorgt, maakt nog niet dat er sprake is van (voorwaardelijke) opzet tot het doen van een onjuiste of onvolledige aangifte.
De accountant heeft een eenmanszaak waarmee hij zijn eigen accountantskantoor exploiteert. In 2016 reed hij in een Porsche Cayenne met een cataloguswaarde van € 121.669, die hij tot het ondernemingsvermogen rekende. In zijn IB/PVV-aangifte nam hij geen bijtelling wegens privégebruik van de auto op. Na een boekenonderzoek corrigeerde de Belastingdienst dat en legde bovendien een vergrijpboete op.
Bijtelling was terecht
De accountant spande daarover een rechtszaak aan en krijgt deels gelijk. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de accountant niet aangetoond dat de auto voor minder dan 500 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt. De kilometerstanden van de rittenregistratie sluiten niet aan bij de kilometerstanden zoals deze blijken uit de kilometerregistratie van de RDW. Afgezien van de vraag of ieder van de verschillen daadwerkelijk leidt tot een verschil van meer of minder dan 500 kilometer voor privédoeleinden gereden kilometers, gaat het om de vraag of de rittenregistratie sluitend is. Dit is niet het geval. De rechtbank is van oordeel dat de accountant ook niet anderszins aan zijn bewijslast heeft voldaan. De enkele stelling van de man dat de Porsche-garage opzettelijk onjuiste kilometerstanden heeft doorgegeven, maakt niet dat daardoor de rittenregistratie tot geen andere conclusie kan leiden dan dat de auto voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt. Er heeft dus terecht een bijtelling voor het privégebruik van de auto plaatsgevonden, oordeelt de rechtbank.
Vergrijpboete
Dat geldt niet voor de vergrijpboete. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de fiscus niet aannemelijk gemaakt dat er sprake is van (voorwaardelijke) opzet bij de accountant. Het enkele feit dat hij beroepsmatig aangiften en jaarrekeningen voor anderen verzorgt, maakt nog niet dat bij de accountant sprake is van (voorwaardelijke) opzet tot het doen van een onjuiste of onvolledige aangifte. De vergrijpboete wordt daarom vernietigd.