Een recente uitspraak waarin de rechtbank Gelderland constateert dat er geen wettelijke grondslag is voor eHerkenning heeft tot bijzonder kritische Kamervragen geleid van Kamerlid Pieter Omtzigt en coalitiepartij ChristenUnie. De vragenstellers willen weten of het kabinet bereid is om het onmiddellijk weer mogelijk te maken om aangifte te doen bij de Belastingdienst zonder eHerkenning.
Uitspraak rechtbank
De rechtbank Gelderland sprak vorige week uit dat een ondernemer geen loonheffing en naheffingsaanslag hoeft te betalen. De ondernemer weigerde te betalen voor het inlogmiddel eHerkenning, dat bij veel belastingsoorten verplicht is gesteld. De rechter constateerde dat er momenteel geen wettelijke basis is voor de verplichte aanschaf van eHerkenning bij een commerciële partij. Met de Wet digitale overheid zou daar wel in worden voorzien, maar dat wetsvoorstel ligt nog bij de Eerste Kamer.
Kamervragen
De Kamerleden Omtzigt, Grinwis en Ceder willen nu van staatssecretarisen Van Rij en Van Huffelen onder meer weten waarom zijn ambtsvoorgangers ‘meerdere keren stellig verklaard hebben dat er een wettelijke grondslag is om ondernemingen te verplichten aangifte te doen met eHerkenning’. Ook vragen ze zich af of de bewindspersonen op het Ministerie van Financiën of het Ministerie van Binnenlandse Zaken ooit het advies hebben gehad dat de wettelijke grondslag voor het verplichte gebruik van eHerkenning bij de Belastingdienst voor de inwerkingtreding van de Wet Digitale Overheid twijfelachtig is of niet klopt. ‘Waarom bent u doorgegaan met het invoeren van eHerkenning, bijvoorbeeld de verplichtstelling voor de btw-aangifte in 2022, terwijl dit probleem nog bestond?’
Omtzigt, Grinwis en Ceder wijzen verder op de twijfels die er in Den Haag al bestonden over de wettelijke basis voor het inlogmiddel: ‘Hoe verklaart u het feit dat bijna alle politieke partijen, inclusief de coalitiefracties, grote twijfels hadden over de wettelijke grondslag en het kabinet toch gewoon doorging, zelfs zonder de Kamer tijdig en volledig te informeren?’ en:
Gevolgen uitspraak
Daarnaast willen de drie Kamerleden onder meer van Van Rij weten wat de gevolgen van de uitspraak zijn: ‘Wat gebeurt er met naheffingsaanslagen en boetes van partijen die tot nu toe te laat of geen aangifte gedaan hebben met eHerkenning in 2020, 2021 en 2022? Wat is het budgettaire belang van de Staat daarbij?’ en: ‘Klopt het dat er nu feitelijk de mogelijkheid bestaat voor ondernemers om uitstel van aangifte (en daarmee van betaling) af te dwingen, omdat zij simpel kunnen stellen dat zij op dit moment geen aangifte kunnen doen zonder eHerkenning?’.
Schriftelijke vragen over EHerkenning (pdf)
Belastingrechter: geen wettelijke grondslag voor eHerkenning