Een werknemer die in een auto van de zaak rondrijdt is door de rechtbank Den Haag niet in het gelijk gesteld in de zaak die hij had aangespannen tegen de fiscus over een naheffingsaanslag loonheffingen en een verzuimboete. Zijn rittenregistratie voldoet niet aan de eisen, onder meer omdat de adressen van de bestemmingen en de vertrekpunten ontbreken.
De Belastingdienst had eind 2016 een ‘verklaring geen privé gebruik auto’ afgegeven aan de man en diens werkgever hield daarom gedurende 2017 geen loonheffing in. Na een controle stelde de fiscus zich op het standpunt dat de rittenregistratie niet voldoet aan de wettelijke eisen. Daarom werd een naheffingsaanslag over het jaar 2017 opgelegd van € 5.312 en een verzuimboete van € 1.328. De boete werd in de bezwaarfase verminderd tot € 531, maar de man spande toch een rechtszaak aan over de kwestie.
Eisen rittenregistratie
De rechtbank spreekt uit dat een rittenregistratie op grond van artikel 13bis, zevende lid, van de Wet LB, in samenhang bezien met artikel 3.13 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 (Uitvoeringsregeling), ten minste de volgende gegevens moet bevatten:
- merk, type en kenteken van de auto;
- periode van terbeschikkingstelling van de auto;
- per rit:
1°. datum;
2°. beginstand en eindstand van de kilometerteller;
3°. beginadres en eindadres;
4°. de gereden route indien deze afwijkt van de meest gebruikelijke;
5°. het karakter van de rit.
Oordeel rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank voldoet de rittenregistratie van de man niet aan de hiervoor genoemde eisen, nu onder meer de adressen van de bestemmingen en de vertrekpunten ontbreken. In het geval dat de gereden route afweek van de gebruikelijke route heeft de werknemer dit niet vermeld in de rittenregistratie en hij heeft aangegeven voor veelvoorkomende ritten vaste afstanden te noteren. Daarnaast wijken de kilometerstanden op de door de man overlegde garagebonnen af van de kilometerstanden in de rittenregistratie.
Dat de werknemer, zoals hij heeft gesteld, niet wist dat hij zo nauwkeurig moest zijn bij het bijhouden van de rittenregistratie, komt voor zijn eigen rekening en risico. Hij wilde immers gebruik maken van een belastingvoordeel en dan had het ook op zijn weg gelegen om zich te verdiepen in de voorwaarden, zoals het moeten bijhouden van een nauwkeurige rittenadministratie. De werknemer heeft ook niet op andere wijze aangetoond dat met de auto minder dan 500 kilometer privé is gereden. Dat hij in privé beschikte over een andere auto is daartoe onvoldoende. De aanwezigheid van andere vervoersmiddelen sluit niet uit dat (ook) met de auto van de zaak meer dan 500 kilometer per jaar in privé wordt gereden.
De naheffingsaanslag wegens privégebruik van de auto is derhalve terecht opgelegd, oordeelt de rechtbank.
Verzuimboete
Ook de verzuimboete acht de rechtbank passend en geboden. Naar het oordeel van de rechtbank is geen sprake van afwezigheid van alle schuld (avas). Wanneer iemand gebruik maakt van een fiscaal gunstige regeling, mag worden verwacht dat hij zich op de hoogte stelt van de daaraan gekoppelde administratieve verplichtingen. De Belastingdienst heeft de boete gematigd tot een bedrag van € 531. De werknemer heeft geen feiten en omstandigheden aannemelijk gemaakt die de conclusie rechtvaardigen dat de boete verder moeten worden gematigd.