Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft de Wet implementatie Richtlijn kleineondernemersregeling naar de Tweede Kamer gestuurd. Het wetsvoorstel strekt tot implementatie van de Richtlijn kleineondernemersregeling. Deze implementatie moet uiterlijk 31 december 2024 zijn afgerond zodat de wijzigingen die met de implementatie samenhangen met ingang van 1 januari 2025 van toepassing zijn.
Het wetsvoorstel voorziet erin dat het vanaf 1 januari 2025 mogelijk wordt om de kleineondernemersregeling in andere lidstaten toe te passen. De kleineondernemersregeling is een vrijstelling van btw voor kleine ondernemers die een bepaalde omzet niet overschrijden. Dit betekent dat zij geen btw in rekening hoeven te brengen en ook geen recht op aftrek hebben van de aan hen in rekening gebrachte btw.
Op grond van de BTW-richtlijn 2006 kunnen de lidstaten een bijzondere regeling treffen met betrekking tot kleine ondernemingen. De huidige regels zijn echter verouderd en zorgen niet voldoende voor verminderde nalevingslasten voor kleine ondernemers, met name ondernemers die ook in andere lidstaten prestaties verrichten, omdat de regels uitgaan van heffing van omzetbelasting in de lidstaat van oorsprong.
Op 18 februari 2020 heeft de Raad van de Europese Unie daarom een richtlijn vastgesteld tot wijziging van de BTW-richtlijn 2006 voor kleine ondernemingen, de hiervoor genoemde Richtlijn kleineondernemersregeling. Ook wordt de Verordening (EU) nr. 904/2010 gewijzigd die regels bevat over administratieve samenwerking tussen en de uitwisseling van inlichtingen door lidstaten met het oog op de gewijzigde (bijzondere) regeling voor kleine ondernemingen.
De Richtlijn kleineondernemersregeling richt zich op het mogelijk maken van een toepassing van de kleineondernemersregeling in Nederland en andere lidstaten. Die richtlijn beoogt de nalevingskosten voor kleine ondernemers te beperken, hun groei te bevorderen en de handel in Nederland en de andere lidstaten te ontwikkelen. De Richtlijn kleineondernemersregeling verplicht lidstaten mogelijk te maken dat een kleine ondernemer de kleineondernemersregeling van een andere lidstaat kan toepassen als de andere lidstaat een dergelijke regeling kent. Met de voorgestelde implementatie van de Richtlijn kleineondernemersregeling in de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB 1968) wordt dat bewerkstelligd.
De – in 2020 gewijzigde – kleineondernemersregeling in Nederland blijft grotendeels gehandhaafd, omdat deze regeling nog steeds toegevoegde waarde heeft voor de hier gevestigde kleine ondernemers. Voor de in Nederland gevestigde ondernemer die uitsluitend in Nederland opereert zal dit wetsvoorstel materieel weinig veranderingen brengen. Wel wordt van de gelegenheid gebruikgemaakt om enkele wijzigingen door te voeren zodat de verschillen in de toepassing tussen de Nederlandse vrijstelling en een vrijstelling in een andere lidstaat zoveel mogelijk beperkt blijven.