Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het Wetsvoorstel modernisering concurrentiebeding gepubliceerd.
Het kabinet stelt met het wetsvoorstel een aantal aanscherpingen voor van de regels omtrent het concurrentiebeding, zoals geregeld in artikel 653 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Het concurrentiebeding verbiedt een werknemer om na het einde van zijn arbeidsovereenkomst soortgelijke werkzaamheden uit te oefenen bij een ander bedrijf of als ondernemer. Het doel van de werkgever is om hiermee zijn bedrijfsbelangen te beschermen, zoals bijvoorbeeld bedrijfsgeheimen, kennis over tarieven, klantgegevens en -bestanden en goodwill (het bedrijfsdebiet).
Oneigenlijk gebruik
Naar schatting heeft meer dan een derde van alle werknemers een concurrentiebeding. Het huidige concurrentiebeding vormt een beperking van de grondwettelijke vrijheid van werknemers tot vrije arbeidskeuze, constateert het kabinet. Daarom zou een concurrentiebeding alleen opgenomen en ingeroepen moeten worden wanneer dit echt belangrijk is voor de bescherming van het bedrijfsdebiet. Als er geen noodzaak is om het bedrijfsdebiet te beschermen, dan dienen vrije arbeidskeuze en arbeidsmobiliteit voorop te staan.
Uit onderzoek is gebleken dat het concurrentiebeding in veel gevallen wordt opgenomen in arbeidsovereenkomsten, vaak als standaardbepaling, ook wanneer hiertoe geen noodzaak of aanleiding is. Bijvoorbeeld wanneer de werknemer niet met bedrijfsgeheimen, tarieven of klantgegevens in aanraking komt. Het aantal opgenomen concurrentiebedingen is in korte tijd verdubbeld, zonder dat hier een goede reden voor is.
Onderzoek laat daarnaast zien dat het concurrentiebeding zo vaak gebruikt wordt dat het tot een ongerechtvaardigde beperking van werknemers kan leiden. Dit belemmert het goed functioneren van de arbeidsmarkt, omdat werknemers hierdoor beperkt worden om van baan te wisselen en werkzaam te blijven binnen hun expertise en specialisme. Voor werkgevers is het moeilijker om nieuw personeel aan te nemen.
Doelen nieuw voorstel
Met het nieuwe wetsvoorstel worden de volgende doelen beoogd:
- Een afname van het gebruik van het aantal (niet noodzakelijke) bedingen, waarbij de vrije arbeidskeuze, de arbeidsmobiliteit en een optimale arbeidsallocatie bevorderd worden.
- Het in evenwicht brengen van de balans in belangen tussen werkgevers en werknemers.
- Het bieden van meer rechtszekerheid, zodat op voorhand duidelijk is welke rechten en plichten voor werkgevers en werknemers gelden, waardoor een gang naar de rechter minder vaak nodig is.
- Het in stand houden van de mogelijkheid voor werkgevers tot het beschermen van het bedrijfsdebiet.
De wet is deze week in internetconsultatie gegaan, betrokkenen kunnen zes weken reageren. Reageren op de consultatie kan hier.