De NOB zet grote vraagtekens bij de beoogde verbetering via een wetswijziging van de uitvoerbaarheid van de kavelruilvrijstelling per 1 januari 2025.
De wijziging van de wet ‘Aanpassing voorwaarden kavelruilvrijstelling‘ is in het leven geroepen om misbruik van de kavelruilvrijstelling tegen te gaan. Met name om gevallen tegen te gaan waarin in onbedoelde (niet-agrarische) situaties een vrijstelling van overdrachtsbelasting van toepassing is. Daarom worden aanvullende fiscale voorwaarden gemaakt.
De NOB heeft begrip voor het feit dat misbruik moet worden tegengegaan maar zet vraagtekens bij de uitvoering van de wet. En of die invoering daarvan bijdraagt aan een verbetering. De NOB vraagt zich met name af of het voorstel met betrekking tot de agrarische bestemming conform bestemmings-/omgevingsplan bij woningen niet te veel nadruk legt op de formele bestemming van een kavel. Juist de feitelijke verbondenheid met een agrarisch bedrijf zou belangrijker moeten zijn. Daarnaast vindt de NOB, met het oog op de landbouweis, het onwenselijk dat opstallen alleen vrijgesteld zijn als ze al bedrijfsmatig agrarisch geëxploiteerd worden op het moment van verkrijging.
Voortzettingseis uitbreiden
De NOB noemt de voortzettingseis duidelijk en begrijpelijk maar constateert dat bij opstallen de situatie zich kan voordoen dat tijdelijk niet aan de vereiste grens van ‘nagenoeg uitsluitend’ kan worden voldaan. De NOB wil ook graag de uitzondering op de voortzettingseis bij overheidsingrijpen uitbreiden. Daardoor kunnen ook andere vormen van overheidsingrijpen dan de instandhouding van natuur en landschap hieronder begrepen worden.
Bron: NOB