Ontslag op staande voet wordt door sommige uitzendbureaus misbruikt als constructie voor financieel gewin, concludeert de Nederlandse Arbeidsinspectie na eigen onderzoek.
Inspecteurs zagen bij een controle van een uitzendbureau een hoog percentage van ontslag op staande voet. De Inspectie onderzocht daarna 13 uitzendbureaus die arbeidsmigranten hebben werken in de vleesverwerkende industrie. Bij 3 van deze bedrijven was er bij 40 tot 80 procent van werknemers sprake van ontslag op staande voet. De Arbeidsinspectie zag tijdens het onderzoek bij de bedrijven meer dan 7000 vermeldingen in de administratie van ontslag op staande voet. Het gaat in de meeste gevallen om mensen met een niet-Nederlandse nationaliteit.
De Arbeidsinspectie signaleert dat uitzendbureaus financieel gewin halen uit de constructie, maar dat werknemers er de dupe van zijn. De werknemer is bij ontslag op staande voet in formele zin verwijtbaar werkloos en verliest het recht op een WW-uitkering. In gevallen waarbij het uitzendbureau de huisvesting regelt voor de ontslagen werknemer, verliest die werknemer in veel gevallen ook het recht op huisvesting. Daarnaast weten werknemers vaak niet dat ze op staande voet ontslagen zijn. Ze gaan in veel gevallen daarna ook weer aan de slag voor hetzelfde uitzendbureau.
Maatregelen nodig
De werknemer kan bij ontslag op staande voet naar de rechter stappen om het ontslag aan te vechten. Maar het vermoeden is dat dat in veel gevallen niet zo ver komt, omdat betrokken werknemers niet weten dat ze op staande voet ontslagen zijn.
De Inspectie kijkt samen met andere overheidsorganisaties welke maatregelen er verder genomen kunnen worden om misbruik van de constructie te voorkomen. Daarnaast oppert de Arbeidsinspectie om uitzendbureaus die deze constructie gebruiken, niet toe te laten onder de toelatingsregels die er gaan komen voor uitzendbureaus. Daarnaast kunnen brancheorganisaties in gesprek met uitzendbureaus over het misbruik en de onwenselijkheid van ontslag op staande voet.